1. Directe/indirecte hitte

Door de kolen naar een zijde van de barbecue te schuiven of alleen de branders van een zijde aan te zetten, creëer je verschillende hittezones op je barbecue. Je hebt zo meer controle over het garingsproces, omdat je het eten kunt verplaatsen.

2. Deksel dichtlaten

Moderne barbecues hebben een thermometer in het deksel. Ze fungeren met het deksel gesloten als een oven. Met het deksel dicht bouwt de barbecue genoeg hitte op om de kip door en door te garen.

3. Rusten

Na de hitte van de barbecue heeft je vlees even tijd nodig waarin de sappen kunnen herverdelen. Laat de kip ca. 15 minuten rusten voor je hem aansnijdt.

4. Zouten

Door de kip voor het grillen in te wrijven met een rub die zout bevat, onttrek je vocht uit het vel, waardoor het knapperiger wordt. Het zout- en specerijenmengsel geeft bij het marineren al smaak af aan het vlees.

5. Grillen inclusief bot

Botten geleiden de hitte van de barbecue, waardoor het vlees gelijkmatiger gaart. Ook zorgen ze ervoor dat het vlees minder snel
uitdroogt. De kipfilet is mager vlees. Door hem aan het bot te laten en op het bot te grillen, gaart hij langzamer en gelijkmatiger. Door de kippenborst aan het einde om te draaien en op de huid te grillen, wordt het vel ook knapperig.

6. Gril de poten apart

Kip heeft twee soorten vlees, wit en donker. Donker vlees heeft iets meer smaak en heeft langer de tij d nodig om te garen. Wit vlees droogt snel uit wanneer je het te lang gaart.

©️ Olive Magazine / Immediate Media Receptuur & Foodstyling: Adam Bush Foto’s: Alex Luck Styling: Morag Farouhar