Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan.” Het motto van Pippi Langkous staat me op het lijf geschreven. Toen ik in 2013 mij n vaste baan aan de wilgen hing, had ik één droom: ik wilde schrijven over eten. Schrijven kon ik wel – ik had Nederlands gestudeerd – maar omdat ik geen chef was, besloot ik om ‘een kijkje in de keuken’ te nemen bij restaurants en ambachten. Zo kon ik leren en schrijven tegelijkertijd. Dus stond ik bij voorbeeld twee nachten in een bakkerij te werken, beende ik samen met een slager een half varken uit en stond ik in diverse restaurantkeukens – van sterrenrestaurant tot Surinaamse toko – waar ik van alles leerde over eten in de praktijk.

“Het zweet stond op mijn bovenlip en met trillende knietjes vroeg ik of ik een dag mee mocht lopen”

Ik weet nog heel goed de allereerste keer dat ik een restaurant in liep. Het zweet stond op mijn bovenlip en met trillende knietjes vroeg ik of ik een dag mee mocht lopen. Gelukkig ging de deur overal wagenwijd open en werden mij n verhalen goed ontvangen. Toen ik, vele interviews, reportages en boeken later, werd opgebeld door een uitgever om een Amsterdam Kookboek te maken, dacht ik: “Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan.”

laura de grave

Zo doorkruiste ik op mij n fiets de hoofdstad, kookte ik authentieke recepten met Amsterdamse chefs en schreef ik de verhalen erachter op. Toen dit kookboek een groot succes werd, grapten de fotograaf en ik over een vervolg. Omdat ik net op dat moment mij n motorrijbewijs aan het halen was, riep ik enthousiast: “Een kookboek over eten in Nederland, op een elektrische motor!” Ook dat had ik nog nooit gedaan, dus daar ging ik!

Van lokaal naar mondiaal

Twee jaar lang reed ik door Nederland, op zoek naar lokale producten en gerechten. Tijdens die zoektocht vielen mij twee dingen op. Ten eerste wat voor prachtige producten wij in ons land allemaal hebben en ten tweede hoeveel producten daarvan naar het buitenland worden geëxporteerd. Terwijl wij tegelijkertijd heel veel producten importeren, soms zelfs precies dezelfde. Zonde!

“Waar mijn oma nog haar eigen kippen hield en haar groente en fruit uit eigen moestuin haalde, doen wij boodschappen in de supermarkt”

Ik realiseerde mij hoe sterk onze omgang met eten veranderd is de afgelopen zeventig jaar. Waar mijn oma nog haar eigen kippen hield en haar groente en fruit uit eigen moestuin haalde, doen wij boodschappen in de supermarkt, waar wel 150.000 producten van over de hele wereld liggen. Je staat er misschien niet altijd bij stil, maar jouw bord avondeten kan zo 30.000 kilometer gereisd hebben. Hoe het komt dat we zo ver verwijderd zijn geraakt van ons eten? Doordat men na de Tweede Wereldoorlog – heel begrijpelijk – nooit meer honger wilde hebben, veranderde onze manier van landbouw en ontstond er een explosieve schaal vergroting.

Mede door mechanisering, specialisatie en de opkomst van kunstmest, bestrijdingsmiddelen en krachtvoer werd Nederland een belangrijke voedsel exporteur. We gingen van een lokaal naar een mondiaal voedingssysteem. Een systeem dat goed werkte, maar waarin we in mijn ogen wat te ver zijn doorgeschoten. Met de klimaatopwarming, stijgende wereldbevolking, de afbraak van de biodiversiteit en de stijging van de zeespiegel in ons achterhoofd, moeten we op zoek naar een duurzame manier van omgang met ons voedsel.

Lokaal heeft de toekomst

De oplossing daarvoor is eigenlijk heel simpel. We zullen in de toekomst tot een beter evenwicht moeten komen tussen korte lokale en lange internationale voedselketens. Eerst kijken naar wat er van dichtbij komt en daarna naar wat er voor mooie producten in de rest van de wereld zijn. Hoe ik dat zelf aanpak? Ik drink ook gewoon koffie en eet regelmatig een banaan, maar bij alles wat ik eet houd ik wel in gedachten: ‘Zo dichtbij als mogelijk, zo ver weg als nodig.’

“Het is vers, lekker én goedkoop als je lokale seizoensproducten koopt”

Gelukkig heeft lokaal eten veel voordelen. Het is vers, lekker én goedkoop als je lokale seizoensproducten koopt. Je vermindert voedselkilometers, steunt Nederlandse boeren en lokale voedselproducenten en je ontdekt bijzondere producten waaronder verschillende rassen. De aankoop daarvan heeft weer een gunstige invloed op de biodiversiteit en het landschap in Nederland. Toen de coronacrisis uitbrak, bracht het – naast alle ellende – ook iets goeds.

Noodgedwongen zorgde het namelijk voor een opleving van de korte keten. Boeren gingen hun producten meer lokaal afzetten en Nederlanders gingen op hun beurt deze producten herwaarderen. Ik bedacht dat dit hét moment was om een eigen kookboek te maken, met vegetarische recepten en lokale producten. In mijn nieuwe kookboek Lekker Lokaal vertel ik je wat voor prachtige producten we allemaal in Nederland hebben en wat voor heerlijke gerechten je daarmee thuis kunt maken. Achter in het boek geef ik adressen waar je producten van Nederlandse bodem kunt kopen, zodat je handvaten hebt waar je boodschappen kunt doen als je wat meer lokaal wilt eten.

Alvast aan de slag? Maak dan Laura’s heerlijke witlofschotel

WITLOFSCHOTEL