Briochebroodjes met vanille-ijs en karamelsaus

Bereiding

1. Verwarm voor de karamelsaus de suiker en 25 ml water in een pannetje zonder te roeren tot 170°C. Blus voorzichtig af met de slagroom.

2. Voeg het zeezout en, een voor een, de boterblokjes toe. Voeg pas een nieuw blokje toe als de vorige helemaal is opgenomen. Zeef de saus een zet hem in de koelkast. De karamelsaus wordt hard in de koelkast, dus laat hem voor gebruik weer op kamertemperatuur komen.

3. Meng voor het briochedeeg de gist met 1 el lauwwarm water en laat ca. 5 minuten staan tot het begint te schuimen. Meng de melk, de suiker en het zout in een andere kom. Meng in weer een andere kom de bloem met de gist en de eieren en klop ca. 2 minuten met een mixer met deeghaken op lage stand.

4. Zet de mixer sneller en voeg het melkmengsel toe, Klop ca. 10 minuten door tot het deeg los komt van de kom. Voeg geleidelij k de boter toe en klop nog ca. 7 minuten. Het deeg is klaar als het glanzend en elastisch is. Doe het deeg in een schone kom en dek af met vershoudfolie. Laat op een warme plek in 2-3 uur rij zen tot het deeg in volume is verdubbeld.

5. Verdeel het deeg in 10 gelijke bollen. Vet 10 briochevormpjes in met boter en leg het deeg erin . Voor wat extra  decoratie kun je 10 kleine bolletjes maken voor op de grote bollen, als een soort hoedje. Zet de vormpjes op een bakplaat en dek af met een schone, vochtige theedoek. Laat nog ca. 1 uur rijzen.

6. Verwarm de oven voor (elektrisch: 200°C / hetelucht: 180°C). Bestrijk het deeg met wat eigeel en bestrooi met wat kristalsuiker. Bak ca. 35 minuten in de oven tot ze gerezen en goudbruin zij n. Haal de broodjes uit de oven en laat op een rooster ca. 10 minuten afkoelen.

7. Snijd de broodjes open en besmeer met een flinke klodder karamelsaus. Leg op de saus een bol vanille-ijs en top eventueel af met extra karamelsaus.