Advertentie
Drop is misschien wel dé klassieker onder het snoepgoed. Regelmatig schep ik gretig een zak vol bij de drogist, waarbij ik altijd – al dan niet stiekem – een paar extra dropjes proef. Omdat we nergens zoveel drop eten als in Nederland, ging ik op pad om alles te leren over dit zwarte snoepje.
Liefde voor drop
Per jaar eten we in Nederland gemiddeld zo’n twee kilo drop per persoon, ik besef dat ik daar waarschijnlijk ver boven zit. Mijn liefde voor drop ontstond toen ik nog jong was. Thuis hadden we heel soms katjesdrop en juist omdat het er niet vaak was, raakte ik geïntrigeerd door dit snoepje.
Kleine, stevige drop in de vorm van een kat, die ik altijd eerst iets liet smelten in mijn mond. Terwijl het dropje door je mond beweegt, proef je al wat zoetigheid, tot je er in bijt. Dan vult je mond zich met de onmiskenbare smaak van drop. Want drop smaakt naar drop, en niets anders.
Wil je ook iedere week de lekkerste recepten & kooktips ontvangen? Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief:
Van de regen in de drop
’s Ochtends vroeg vertrek ik richting Castricum, een rit van bijna twee uur. Daar waar ik had gehoopt op een zonnige dag, is het grauw en grijs en het regent flink. Nu heb ik het sowieso niet op regen, maar vandaag vind ik het nog nét iets erger. Ik ben namelijk onderweg naar de markt van Castricum, om Willem Klepper – ook wel bekend als Pa Klepper of Klepper sr. – te ontmoeten.
Al ruim 33 jaar staat hij met zijn prachtige snoepkraam week in week uit op verschillende markten in Noord-Holland, daarnaast is hij het creatieve brein achter het dropmerk Klepper & Klepper. Samen met zijn zoon Huub bedacht hij in 2015 de Beste Drop Ooit. Deze bijzondere drop vind je niet alleen in diverse speciaalzaken, de snoepkraam van Willem ligt er vol mee.
Drop van Klepper & Klepper
Met versnelde pas loop ik over de markt van Castricum, het regent nog steeds. Aan het einde van de markt zie ik opeens een flinke kraam met zwarte luifels. Voor de kraam staan wat bakken met voorgevulde zakjes snoep, een grote parasol beschermt al het lekkers tegen de regen. Op de luifel staat in witte hoofdletters ‘Uw specialist in drop en chocolade’. Terwijl ik achter me versgebakken kibbeling ruik en naast me een kraam met prachtige bloemen zie, loop ik in een rechte lijn op het snoepgoed af, dat móét wel de kraam van Willem Klepper zijn.
Zodra ik droog onder de luifel sta, kijk ik mijn ogen uit en voel ik me een beetje als Sjakie die de chocoladefabriek binnenstapt. De kraam ligt vol met snoep; van de prachtigste paaschocolade tot aan bakken vol met verschillende soorten drop, zure matten en roomboterbabbelaars. Terwijl het water me in de mond loopt, word ik vriendelijk begroet door Huub Klepper, de zoon van Willem. “Welkom Bas, wat goed dat je er bent!”, roept Huub enthousiast vanuit de kraam. “Mijn vader is nog even bezig met wat klanten, maar hij komt zo bij je.”
Iets verderop in de kraam staat Willem Klepper met een zak snoep en een schep in zijn hand. Terwijl hij de zak vult met diverse soorten zoetigheid, vermaakt hij de klanten met verhalen en grapjes.
Klein familiebedrijf
Het duurt niet lang voor Willem zijn handen vrij heeft en naar me toe komt. “Welkom in mijn snoepkraam, hier ga ik al ruim 33 jaar verschillende markten mee af”, vertelt Willem enthousiast. Zijn aanstekelijke Noord-Hollands accent past bij zijn robuuste verschijning. “Tegenwoordig maak ik iets minder lange dagen dan voorheen, maar alsnog sta ik elke week drie volle dagen op de markt.”
De regen weerhoudt de vaste klanten er niet van om naar de marktkraam van Willem te komen. Ze komen niet alleen voor het snoepgoed, haast iedereen wil een praatje met Willem maken. Hij legt uit: “Na zoveel jaar bouw je een vaste klantenkring op, mensen die hier vroeger als klein kind met hun ouders kwamen, komen nu met hun eigen kinderen snoep kopen. Zo zie je verschillende generaties opgroeien.”
School interesseerde Willem vroeger niet zoveel en na een tijdje in een kaaspakhuis te werken vond hij dat het tijd was om voor zichzelf te beginnen. “Ik liep over de markt van Alkmaar met mijn vrouw en het viel me op dat er maar één snoepkraam stond”, vertelt Willem. “Daar kon er vast nog wel eentje bij, dacht ik bij mezelf. Met wat moeite kreeg ik het voor elkaar om op woensdag een plekje te bemachtigen op de markt, met uitzicht op een tweede dag. Ik kocht een tweedehands bus, vulde de kraam met allerlei snoepgoed en begon aan het avontuur dat nu al 33 jaar duurt.”
Op de markt
Op 14 februari 1990 startte Willem op de markt, samen met zijn vrouw. “Het was windkracht 8 en regende behoorlijk die dag”, vertelt hij. “Mijn ouders kwamen kijken maar bleven met de ruitenwissers aan in de auto zitten, zo slecht was het weer. Toch hadden we meteen klanten, die vervolgens week na week terugkwamen.” De snoepkraam van Willem veranderde langzaam in een klein familiebedrijf waarbij zijn vrouw regelmatig kwam helpen op de markt en zijn vader thuis de zakjes snoep vooraf vulde.
Elke week kwamen er nieuwe klanten bij, het duurde dan ook niet lang voordat hij bijna elke dag op de markt stond. “Na een jaar was er geen houden meer aan”, vertelt Willem trots.
Jubileumdropje
We spoelen een kwart eeuw vooruit, het is 2015 en de dan 24-jarige Huub helpt zijn vader regelmatig in de snoepkraam. Willem vertelt: “Na 25 jaar wilde ik graag een jubileumdropje maken voor al die vaste klanten, gewoon als bedankje. Het moest het lekkerste dropje ooit worden. Zoete drop met een beetje pit én een aangename bite.” Huub komt erbij staan en vult zijn vader aan: “Willem ontwikkelde samen met een bevriende dropmaker een uniek recept dat toevallig ook nog eens gluten- en gelatinevrij was.
We maakten ruim 2000 kilo van deze ‘kleppertjes’, ons eigen dropje.” Willem glundert als hij de naam ‘kleppertjes’ hoort en vertelt verder: “In doorzichtige zakjes van 150 gram deelden we ze wekenlang uit aan alle vaste klanten, ongeacht wat ze kochten. Na een paar weken waren de zakjes op, maar de klanten bleven er maar naar vragen. Huub haalde me over om de dropjes op te nemen in het assortiment en binnen de kortste keren was het mijn meest verkochte artikel.”
Grotere markt
De populariteit van ‘hun’ dropje bracht vader en zoon enerzijds in verlegenheid, anderzijds zag vooral Huub mooie kansen. “Ik vond dat de drop een veel grotere markt verdiende dan alleen de markt van Alkmaar”, vertelt Huub. “Het kostte wat overtuigingskracht, maar uiteindelijk kreeg ik mijn vader zover om de drop op de markt te brengen, maar dan niet de markt waar hij al jaren stond met zijn snoepkraam.” Willem vult zijn zoon aan: “We maakten een duurzame verpakking voor de drop en gingen naar verschillende beurzen. Niet veel later lag Klepper & Klepper in de schappen van diverse speciaalzaken. Ik had maar één wens eigenlijk, ik wilde de drop niet in de supermarkt verkopen. Daar is het product té mooi voor.”
De afgelopen jaren maakte Klepper & Klepper een flinke groei door en ontwikkelden vader en zoon nog een aantal smaken. Je vindt de herkenbare zakjes niet alleen door heel Nederland in diverse winkels, je vindt de drop ook in Noorwegen, Denemarken, Finland, Engeland, Duitsland en zelfs Canada.
Drop of eronder
Terwijl Willem en Huub hun unieke verhaal bij me droppen helpen ze om en om enthousiast diverse klanten. Het wakkert mijn nieuwsgierigheid aan, ik wil zelf eigenlijk ook weleens ervaren hoe het is om marktkoopman te zijn en vraag voorzichtig of ik wat snoep mag verkopen vanuit de kraam. “Natuurlijk”, antwoordt Huub lachend. Hij rent naar het busje achter de kraam en komt terug met een zwarte trui van Klepper & Klepper. “Trek maar aan, mijn vader legt je zo alles uit.”
Ietwat voorzichtig stap ik aan de achterkant via een kleine trap de kraam in. Al het snoep is ineens binnen handbereik, ik wil alles wel proeven. Ik zie prachtige Belgische paaschocolade, van gevulde eitjes tot aan gedecoreerde paashazen. In het midden van de kraam liggen bakken vol met drop – voornamelijk van Klepper & Klepper natuurlijk – en aan het eind van de kraam vind je de overige snoepsoorten.
“Kijk Bas, hier liggen de zakjes die je vult met het snoep dat de klant graag wil hebben”, legt Willem uit. “Je schept voorzichtig wat snoep in het zakje en weegt het af.” Er hangen twee grote weegschalen met een scherm eraan vast in de snoepkraam. “Vervolgens kies je de snoepsoort op het scherm en reken je af, zo simpel is het”, vertrouwt Willem me toe.
Eerste klant
Nog voor ik goed en wel besef dat ik nu écht in de drophemel ben beland, staat de eerste klant voor mijn neus. Willem en Huub zijn in geen velden of wegen meer te bekennen, nu móét ik wel. Het is letterlijk ‘drop’ of eronder. “Kan ik u helpen mevrouw?”, stamel ik. De dame aan de andere kant van de toonbank laat haar blik langs al het snoepgoed glijden en vraagt of ik ook gevulde chocolade verkoop. “Natuurlijk hebben we die mevrouw!” Ik bluf, want ik heb geen idee. Totdat ik me herinner dat Willem me eerder op de ochtend pure chocolade gevuld met advocaat liet proeven.
Ik speur naar de gevulde chocolaatjes in de vorm van een paashaas en zie ze al snel liggen. “Kijk eens mevrouw, dit is échte Belgische chocolade, puur en gevuld met heerlijke advocaat”, de marktkoopman in mij is ineens wakker geworden en werkt op volle toeren. “Hoeveel had u gewild? Of wilt u er eerst eentje proeven?” Met een handig tangetje geef ik haar een chocolaatje aan. Ze proeft, glimlacht en vraagt of ik een zakje met 150 gram chocolade wil vullen. Alsof ik het al jaren doe vul ik het zakje met chocolade en weeg ik het zorgvuldig af. Ondertussen hoor ik Willem en Huub achter me grinniken, ze stonden al die tijd om de hoek mee te kijken. “Blijf je de hele dag?”, vraagt Willem. “Ik kan wel wat extra handjes gebruiken!”
Bas en de dropfabriek
Na mijn avontuur als marktkoopman en een kop koffie gaan we op pad. Willem blijft achter bij de snoepkraam om alle klanten te voorzien van zoete lekkernijen, Huub neemt me mee naar Zaandam. We gaan naar Pauline Gingnagel van De DropKamer. Pauline weet als geen ander hoe drop ooit is ontstaan, welke soorten er allemaal zijn én hoe je zelf drop kunt maken. Jarenlang deed ze onderzoek naar de geschiedenis van drop. De kennis die ze vergaarde draagt ze maar al te graag over door middel van workshops en lezingen.
“Welkom heren”, zegt Pauline vrolijk terwijl ze ons verwelkomt. “Kom verder in mijn eigen dropkamer.” Ik stap de woonkamer van Pauline binnen, overal zie ik drop. Er staat een lange houten eettafel in de kamer met een elektrische kookpit, een pannetje en bakjes met ingrediënten zoals suiker en zetmeel. Daarachter staan vier borden met verschillende dropsoorten erop.
Ik draai me om en zie aan de andere kant van de kamer een soort mini-museum in de vensterbank. Tussen verschillende zwart-witfoto’s ligt een stapel zoethout, daarnaast staat een donkere koffer gevuld met oude blikken en andere dropverpakkingen. Ik herken direct de verpakking van de katjesdrop van vroeger. Halverwege de kamer staat nog een bijzettafeltje met in het midden vijf witte bakjes met verschillende soorten drop.
Zoethoutplant
Pauline legt uit dat drop wordt gemaakt van de wortels van de zoethoutplant: “Het zoethout groeit voornamelijk in Turkije, Iran, Irak en Syrië, maar ook in landen zoals Italië, Spanje en Frankrijk. Het duurt ongeveer vijf jaar voordat de plant een stevige wortel ontwikkelt. De geoogste wortel droogt vervolgens in de zon en wordt vermalen tot pap. Nadat je deze filtert en inkookt blijft er een soort extract over. Dit giet je in een mal en laat je drogen, zo ontstaat de puurste vorm van drop: een blokdrop.”
Ze pakt een gitzwart blok erbij en laat het aan ons zien. “Vroeger pakte men blokdrop in met laurierbladeren”, vertel Pauline verder. “Zo is eigenlijk laurierdrop ontstaan. In eerste instantie als medicijn tegen maagklachten en hoest, pas veel later ook als snoepgoed. Tegenwoordig zitten er nog meer ingrediënten in drop, denk bijvoorbeeld aan salmiak, glucosestroop en zetmeel. Omdat het eindproduct zoals we dat nu kennen eerder doorzichtig is dan zwart, wordt vaak carbo medicinalis vegetabilis toegevoegd. De meeste mensen kennen dit als norit of actieve kool, zwarte pilletjes die je slikt bij maag- en darmklachten.”
Drop it like it’s hot
Na het minicollege van Pauline is het tijd om de handen uit de mouwen te steken: ik mag zelf drop maken. We lopen naar de lange eettafel waar Pauline de elektrische kookpit aanzet. In de kleine koekenpan zit al een laagje glucosestroop, de afgemeten ingrediënten staan in bakjes op tafel. “Nu kun je de pollepel nog rechtop in de stroop zetten zonder dat deze omvalt”, legt Pauline uit.
“Naarmate de stroop warmer wordt verandert de consistentie en kun je roeren. Als het zover is mag er wat poedersuiker bij.” Het duurt niet lang voordat de stroop in beweging komt. Terwijl ik roer, voegt Huub voorzichtig het bakje met poedersuiker toe. “Als de suiker is opgelost mag het volgende bakje met aardappelzetmeel erbij”, vertelt Pauline.
Huub en ik doen netjes wat ze zegt. Ondertussen legt Huub uit: “De meeste drop wordt gemaakt met gelatine of tarwezetmeel, maar wij gebruiken aardappelzetmeel. Dat maak de drop wat zachter, glutenvrij én vegan.” Het volgende ingrediënt mag erbij; het gemalen extract van de zoethoutwortel, de smaakbepaler van drop. Wat volgt is salmiakpoeder, nog zo’n belangrijke smaakmaker. Huub: “Salmiak geeft drop wat pit, naast de herkenbare smaak van zoute drop natuurlijk.” Ondertussen controleert ze de temperatuur, het grijze mengsel mag niet verbranden. Als laatste voegen we een klein beetje actieve kool toe, het mengsel kleurt direct helemaal zwart.
Ondertussen heeft Pauline al een stuk bakpapier op het aanrecht klaarliggen. “Je mag het mengsel uit de pan op het bakpapier gieten”, vertelt Pauline. “Daarna leg je er nog een stuk bakpapier bovenop en rol je het uit met een deegroller.” Ik giet het hete, gitzwarte mengsel op het bakpapier en doe voorzichtig wat Pauline zojuist heeft uitgelegd. Met de nadruk op voorzichtig, het mengsel is gloeiend heet. “Iemand koffie of thee?”, vraagt Pauline. “Het mengsel moet even uitharden voordat we door kunnen met de volgende stap.”
Stempel d’rop
Niet veel later laat Pauline de uitgeharde plak zien. “Breek de plak maar in stukjes, dan zet ik de warmhoudplaat aan”, vertelt Pauline. In de andere hoek van het aanrecht staat een grote warmhoudplaat zoals je die ook weleens in restaurants ziet. Ze vertelt verder: “De afgebroken stukjes leggen we zo op de plaat. Als ze warm worden kun je ze gemakkelijk kneden.” Pauline laat zien hoe makkelijk het is als de stukjes eenmaal warm zijn. “Je draait een bolletje tussen je vingers”, legt ze uit. “Daarna leg je ze op de placemat.”
Er ligt een blauwe placemat klaar op het aanrecht. Pauline tovert een paar ouderwetse stempels tevoorschijn met een houten handvat en een gouden zegel aan het uiteinde. “Zodra je het bolletje neerlegt druk je met de stempel een figuurtje erin”, vertelt Pauline terwijl ze het voordoet. “Wacht niet te lang, als het bolletje afkoelt wordt deze weer hard en lukt het niet meer.”
Ik kies de stempel met een kroontje en druk zo één voor één mijn eigen dropjes. Pauline geeft me een glazen potje om de dropjes in te doen. Enigszins verbaasd vul ik het potje, ik had verwacht dat het een stuk moeilijker en tijdrovender zou zijn. In minder dan een uur tijd heb ik gewoon mijn eigen drop gemaakt. Vandaag begon ik als marktkoopman en eindigde ik met mijn zelfgemaakte drop. Kortom; een dag met alles ‘drop’ en eraan.
Wil je ook een zelf je drop maken? Pauline geeft diverse workshops. Meer informatie? Stuur Pauline een mailtje: pgingnagel@planet.nl of neem een kijkje op haar website.
Lees ook:
Onze tips
4x glutenvrij bakken met kerst
Fiesta Mexicana! 7 overheerlijke Mexicaanse recepten
Amerikaans eten: dit zijn de klassiekers in Noord-Amerika
10+ borrelhapjes die je van tevoren kunt klaarmaken
Kerst bakken: maak indruk met deze feestelijke recepten
Kerstbrunch recepten: feestelijke ideeën voor de kersttafel
6x de lekkerste recepten met gerookte zalm
7x de lekkerste recepten voor carrot cake
Bas Erkens
Redacteur
Eet alles wat los en vast zit. Slaat nooit een maaltijd over. Vindt koude pasta en pizza hét beste ontbijt ter wereld. Kaas is volgens hem het mooiste product ooit. Dipt zijn chips in salsa, maar danst het ook.