Bananenbrood met karamel-rumglazuur
Gemiddeld
ca. 2 uur bereidingstijdca. 2 u. bereidingstijd
Bereiding
Wel de gele rozijnen ca. 30 minuten in heet water. Verwarm de oven voor (elektrisch: 200°C / hetelucht: 175°C). Splijt het vanillestokje en schraap er het merg uit. Laat de rozijnen uitlekken. Hak de pecannoten grof.
Smelt 125 g boter en roer hem in een kom glad met 150 g lichtbruine basterdsuiker, een snufje zout en het vanillemerg. Voeg de eieren toe en roer glad. Prak de bananen fijn en meng ze door het beslag. Voeg de rozijnen en de pecannoten toe en roer door. Zeef als laatste het zelfrijzend bakmeel erboven en roer tot een glad beslag.
Schep het beslag in een met bakpapier beklede cakevorm en bak het bananenbrood in ca. 1 uur en 30 minuten gaar. Verlaag eventueel na ca. 45 minuten de oventemperatuur.
Meng voor het glazuur 200 g lichtbruine basterdsuiker met 50 ml water in een pan en breng op laag vuur aan de kook. Laat het geheel zonder te roeren ca. 5 minuten koken tot een bruine karamel ontstaat. Neem van het vuur en voeg eerst 75 g boter in blokjes toe en daarna de slagroom en de rum. Verwarm al roerend op laag vuur tot een er glad mengsel ontstaat. Laat helemaal afkoelen.
Neem het bananenbrood uit de oven en laat ca. 10 minuten afkoelen in de vorm. Stort het brood voorzichtig op een rooster en laat verder afkoelen. Bestrijk het bananenbrood met het afgekoelde glazuur.