De perfecte marmelade

Bereiding

1. 1. Halveer de grapefruits en pers het sap eruit. Schenk het sap door een fijne zeef in een kom. Bewaar de pitjes. Halveer de grapefruitschillen. Snijd voorzichtig de witte onderlaag van de schil tot de schil ½-1 cm dik is. Verzamel de pitjes en de afgesneden onderlaag van de schil in een kaasdoek en bindt deze goed dicht met touw of elastiek.

2. 2. Snijd de gehalveerde grapefruitschillen in dunne reepjes van 1-2 mm. Breng de reepjes en de dichtgebonden kaasdoek met de pitjes en de onderschil in een pan met 1,5 liter water aan de kook. Het koken van de schillen en pitten zorgt voor de pectine die je nodig hebt om de marmelade zijn stevigheid te geven. Laat 2 uur koken op laag vuur tot bijna al het water verdampt is.

3. 3. Neem de dichtgebonden kaasdoek uit de pan en knijp hem boven de pan goed uit met behulp van een keukentang. Zo gaat er zo min mogelijk pectine verloren. Zet een klein schoon bordje in de vriezer.

4. 4. Voeg de drie suikers en het gezeefde grapefruitsap toe aan de reepjes grapefruitschil en het vocht in de pan en verwarm op laag vuur om de suiker op te lossen. Zet de suikerthermometer in de pan. Kook al roerend 15-20 minuten op middelhoog vuur tot de temperatuur 105°C bereikt.

5. 5. Haal het bordje uit de vriezer en lepel een beetje marmelade op het bord. Duw voorzichtig met de achterkant van de lepel tegen de marmelade. Wanneer de oppervlakte van de marmelade rimpelt, is de marmelade klaar om van het vuur te halen. Rimpelt hij nog niet? Zet het bordje terug in de vriezer, verwarm de marmelade nog 5 minuten verder en test opnieuw of de marmelade klaar is. Herhaal dit tot de marmelade de test doorstaat.

6. 6. Roer het limoensap door de marmelade en schenk de marmelade in goed gesteriliseerde jampotten. Sluit de potten goed af en zet ze kort ondersteboven voor je ze rechtop laat afkoelen. Wanneer je de potten ongeopend, koel en donker bewaard, blijft de marmelade ca. 6 maanden houdbaar.