Bereiding

  1. Leg de kipfilets op een snijplank bedekt met vershoudfolie of bakpapier. Wrijf het zout over de kip, dek de filets af met vershoudfolie en laat 1 uur rusten in de koelkast.
  2. Haal de kip uit de koelkast, maar laat het vershoudfolie zitten. Sla de filets gelijkmatig plat met een deegroller.
  3. Zet drie diepe borden klaar. Eén met bloem, één met het losgeklopte ei en één met de panko. Haal de kip door de bloem. Klop eventueel overtollige bloem af, maar zorg dat de kip aan alle kanten bedekt is met een dun laagje. Haal vervolgens door het ei en dan door de panko. Druk stevig aan zodat de panko goed blijft zitten.
  4. Verhit in een ruime pan de zonnebloemolie tot 180 °C. Heb je geen keukenthermometer, test dan de temperatuur door de punt van een satéprikker of chopstick in de olie te dompelen. Bruist het, dan is de olie heet genoeg. De olie moet ook weer niet veel heter worden dan 180 °C, zet als dat gebeurt het vuur wat lager, of voeg meer olie op kamertemperatuur toe.
  5. Bak de kip in porties in 4 minuten aan beide kanten goudbruin. Laat uitlekken op keukenpapier en bestrooi direct met een snuf zout.
  6. Maak intussen de katsusaus door in een kom de sojasaus, worcestersaus, ketchup, suiker en knoflook te mengen tot een homogene saus.
  7. Besmeer de boterhammen met de katsusaus en beleg met de kool. Leg de kip ertussen en maak er een sandwich van. Halveer elke sandwich één keer.

Tip: De kip katsu is ook lekker met rijst en groenten ernaast, en hij doet het ook erg goed in een sushirol.