Bereiding

  1. Meng 200 g bloem met de semola en maak er op het werkblad een bergje van. Maak een kuiltje in het midden en breek er de eieren in. Meng het bloemmengsel geleidelijk door de eieren en kneed het geheel in minimaal 10 minuten tot een elastische deegbal. Na ca. 5 minuten kneden merk je dat het stevige deeg wat soepeler wordt. Verpak het deeg in vershoudfolie en laat minimaal 30 minuten in de koelkast rusten.
  2. Verhit de olijfolie in een koekenpan en bak er de winterpeen, de bleekselderij, de ui en de knoflook in. Bak ca. 10 minuten tot de groenten goed gekaramellisseerd zijn. Blus af met de wijn. Kook ca. 3 minuten in. Voeg de tomaten inclusief sap toe en maak de tomaten met een spatel wat kleiner. Voeg de oregano toe. Kook afgedekt ca. 45 minuten, tot de groenten zacht zijn.
  3. Maak intussen de pasta. Rol het deeg, eventueel met behulp van een pastamachine, dun uit. Leg de deeglap op een met bloem bestoven werkblad, bestuif het deeg met bloem en vouw het in drieën. Snijd het deeg met een scherp mes in repen van ca. 1,5 cm breed. Hang de linten over een pastadroogrek te drogen of bestuif ze met bloem en rol ze nonchalant tot nestjes. Laat de pasta tot gebruik drogen.
  4. Knijp het worstvlees van de salsicce uit de velletjes. Snijd het vlees in iets kleinere stukjes. Verhit in een braadpan 1 el olie en bak er het vlees in. Maak het vlees tijdens het bakken rul met behulp van een spatel.
  5. Pureer de groentesaus grof met de staafmixer. Voeg de groentesaus soeplepel voor soeplepel toe aan het vlees. Breng de ragú op smaak met peper en houd warm.
  6. Breng in een ruime pan 3 l water met 3 tl zout aan de kook. Kook er de pappardelle in ca. 3 minuten beetgaar in. Afhankelijk van de droogtijd van de pasta duurt het koken eventueel korter of langer. Proef tussendoor. Giet de pasta af en meng er direct 1 soeplepel ragú doorheen. Meng er geleidelijk de overige ragú doorheen. Serveer direct. Lekker met geraspte parmezaan.

Per portie: ca. 651 kcal
30 g eiwit | 27 g vet | 65 g koolhydraten