Rijsttaartjes van boekweit met bramen
Uitdagend
ca. 1 uur en 30 minuten bereidingstijdca. 1 u. en 30 min. bereidingstijd
Advertentie
Bereiding
Breng de melk met de slagroom, de suiker, het laurierblaadje en het vanillestokje in een pan net niet aan de kook. Neem van het vuur en laat zo lang mogelijk, maar minimaal 15 minuten trekken.
Meng voor de bodem de eieren, 40 ml water, het zout, de rietsuiker en de gesmolten boter. Voeg geleidelijk 300 g boekweitmeel toe. Kneed op een met meel bestoven werkblad door tot een niet kleverig deeg. Voeg eventueel meer boekweitmeel toe. Verpak het deeg in vershoudfolie en leg ca. 30 minuten in de koelkast.
Schenk de melk door een zeef in een schone pan. Voeg de citroenschil, een snufje zout en de dessertrijst toe. Roer goed door en kook onder af en toe roeren ca. 1 uur op laag vuur, tot de rijst gaar en de saus glanzend is.
Verwarm de oven voor (elektrisch: 200°C / hetelucht: 180°C). Rol het deeg op een met meel bestoven werkblad zo dun uit dat er 8 cirkels uit kunnen die 8 taartvormpjes (10-12 cm Ø) kunnen bekleden. Vet de vormpjes in met de boter en bekleed ze voorzichtig met het deeg. Maak 8 proppen van bakpapier en leg de proppen op het deeg. Bak het deeg in ca. 5 minuten blind in de oven. Verwijder het bakpapier en bak het deeg nog ca. 2 minuten. Verdeel steeds 3 el van het rijstmengsel over elke deegbodem en bak ca. 10 minuten in de oven.
Verhit de bramen met de suiker en een scheutje water ca. 5 minuten in een pan. Voeg indien de bramen erg zoet zijn eventueel 1 tl citroensap toe. Verdeel het bramenmengsel over de warme rijstvulling. Bestrooi met de citroentijm.