Bereiding
Voor bij je kopje thee op een gure herfstdag: roquefort-walnootscones. In een handomdraai gemaakt en superlekker met een lik boter en dot jam.
- Meng 240 g bloem, het bakpoeder een snufje zout in een grote kom. Wrijf met de vingertoppen de boter door het mengsel tot een kruimelig deeg ontstaat. Voeg de walnoten en 30 g roquefort toe. Kneed het ei en vervolgens geleidelijk 45 ml karnemelk erdoorheen tot een stevig deeg. Kneed niet te lang, slechts tot het deeg samenhangend is.
- Leg het deeg op een met bloem bestoven werkblad. Druk het uit tot ca. 2,5 cm dik. Rol er 1 of 2 keer overheen met een deegroller – druk niet te hard, zodat de lucht in het deeg blijft. Druk het deeg met de hand weer samen als het wat uit elkaar valt.
- Druk met een uitsteekvorm cirkels (5-6 cm Ø) uit het deeg. Druk de uitsteekvorm zo snel mogelijk door het deeg en draai de vorm niet – het deeg blijft dan aan de rand kleven waardoor het moeilijker rijst.
- Leg de deegcirkels op een bakplaat met antiaanbaklaag en bestrijk de bovenkanten met karnemelk. Bestrooi met wat extra verbrokkelde roquefort. Zet het deeg ca. 1 uur in de koelkast. Verwarm de oven voor (elektrisch: 200°C / hetelucht: 180°C). Bak de scones 12-15 minuten, tot de scones gerezen en gaar zijn. Serveer warm met boter.