Citroen-amandelkoekjes

Bereiding

1. Maal het amandelschaafsel met 50 g poedersuiker fijn. Kneed het mengsel met een snufje zout, de suiker en het ei door de boter. Was de citroenen met heet water en dep ze droog. Rasp de schil van de citroenen. Meng de geraspte citroenschil en 250 g bloem kort door het botermengsel. Kneed niet te lang. Halveer het deeg, wikkel de stukken deeg in vershoudfolie en leg ze ca. 1 uur in de koelkast.

2. Rol het deeg op een met bloem bestoven werkvlak uit tot ca. ½ cm dik. Steek er met een uitsteekvorm (6-8 cm Ø) koekjes uit en leg ze op een met bakpapier beklede bakplaat.

3. Verwarm de oven voor (elektrisch: 200°C / hetelucht: 175°C / gas: stand 3). Bak de koekjes in 10-12 minuten goudbruin in de oven. Neem de koekjes uit de oven en laat ze afkoelen op een rooster. Bestrooi de koekjes met poedersuiker.