
Crêpes met wittechocolademousse en frambozen
Eenvoudig
ca. 1 uur bereidingstijdca. 1 u. bereidingstijd
ca. 1 uur wachttijdca. 1 u. wachttijd
Lees verder onder de advertentie
Bereiding
Splijt voor de mousse het vanillestokje in de lengte en schraap het merg eruit. Week de gelatine in koud water. Doe de chocolade in een hittebestendige kom.
Verwarm de melk in een pannetje, voeg het vanillemerg toe en breng kort aan de kook. Neem van het vuur.
Schenk de warme melk over de chocolade. Laat smelten en roer goed glad.
Knijp de gelatine uit en los hem op in het nog warme chocolademengsel. Laat afkoelen tot het begint te geleren.
Klop de slagroom lobbig en spatel hem in twee delen door het chocolademengsel. Schep de mousse in een spuitzak. Laat ca. 1 uur opstijven in de koelkast.
Roer voor het beslag de eieren, de suiker, het zout en de bloem door elkaar met een stevige garde. Voeg een klein scheutje van de melk toe en roer het geheel glad.
Voeg nog wat melk toe en roer weer glad. Ga door tot je alle melk en de slagroom toe kunt voegen zonder klontjes te krijgen in het beslag.
Roer de sinaasappelschil erdoorheen. Laat het beslag ca. 20 minuten rusten.
Smelt een klontje boter in een koekenpan en schenk wat van het beslag erin. Draai de pan zodat de hele bodem bedekt is met een dun laagje beslag.
Bak tot de bovenkant droog is en draai de crêpe dan om. De crêpes moeten licht goudbruin, maar niet te donker kleuren. Bewaar de gebakken crêpes op een bord en herhaal met meer boter en beslag tot het beslag op is.
Pureer voor de frambozencoulis de frambozen met de honing en het citroensap. Zeef de pitjes eruit.
Spuit in het midden van elke crêpe een baan van de mousse van rand tot rand en rol de crêpe op. Maak af met de frambozencoulis, wat frambozen en bestrooi met poedersuiker, het amandelschaafsel en wat blaadjes munt.