Mini-gingerbreadhuisjes
Gemiddeld
35 minuten bereidingstijd35 min. bereidingstijd
ca. 3 uur wachttijdca. 3 u. wachttijd
Bereiding
Smelt de boter, de basterdsuiker en de golden syrup in een pannetje op laag vuur. Roer tot de suiker helemaal is opgelost.
Zeef de bloem, de baksoda, het gemberpoeder en het zout boven een grote kom. Schenk het botermengsel erbij en roer met een houten lepel tot een stevig deeg. Laat even afkoelen, zodat je het met je handen kunt vastpakken.
Verwarm de oven voor (elektrisch: 180⁰C / hetelucht: 160⁰C). Rol het deeg op een licht met bloem bestoven werkblad uit tot ½ cm dik. Snijd voor elk koekje twee rechthoekjes van 4½ x 2½ cm, twee rechthoekjes van 4 x 2½ cm en twee huisjesvormpjes van 3½ x 2½ cm uit (de schuine zijden van het dakje moeten ongeveer 2 cm zijn). Rol het deeg steeds opnieuw uit, zodat je genoeg vormpjes hebt om alle huisjes te kunnen maken. Snijd met een scherp mesje een deurtje uit elk huisjesvormpje – maak ze niet te groot, zodat ze over de rand van een mok kunnen worden gezet.
Bekleed een bakplaat met bakpapier en leg alle vormpjes erop met wat ruimte ertussen; ze zullen in de oven nog wat uitlopen. Bak 8-9 minuten in de oven, tot de koekjes stevig zijn en de randjes net donkerder worden. Neem uit de oven en snijd de randjes van de nog warme koekjes recht met een scherp mesje. Laat nog een paar minuten afkoelen op de bakplaat en leg op een rooster om helemaal af te koelen.
Meng de poedersuiker beetje bij beetje met wat water tot je een dik glazuur hebt dat je kunt spuiten. Doe het glazuur in een spuitzak met klein rond spuitmondje. Plak als de koekjes zijn afgekoeld ze aan elkaar met het glazuur om er huisjes van te maken. Laat elke naad ca. 30 minuten drogen voor je er weer een koekje aan toevoegt.
Gebruik de rest van het glazuur om de koekjes te decoreren met ramen, deuren en ijspegels. Zet de koekjes als het glazuur helemaal hard is op de randen van mokken met je favoriete warme drankje. In een luchtdichte bak blijven de huisjes vijf dagen goed.