Romige bloemkoolchowder met baconkoekjes

Bereiding

1. Leg voor de koekjes de bacon in een koekenpan met antiaanbaklaag, verhit langzaam op middelhoog vuur en bak in 10-15 minuten goudbruin en knapperig. Schep de bacon met een schuimspaan uit het vet en laat uitlekken op keukenpapier. Zet de pan met het uitgebakken vet apart.

2. Doe de bloem met de boter, het zout, het bakpoeder en de baking soda in een kom en wrijf met je vingertoppen door elkaar tot een kruimelig deeg. Voeg de afgekoelde bacon, de karnemelk, 1 el ahornsiroop en 1-2 el koud water toe en roer kort door elkaar. Stort het deeg op een schoon werkblad en kneed heel kort tot het deeg samenkomt tot een bal. Druk het deeg plat tot een dikte van 3 cm en steek er 6-8 rondjes uit. Leg de rondjes op een met bakpapier beklede bakplaat. Plak de restjes deeg aan elkaar en herhaal. Zet de rondjes 15 minuten in de koelkast.

3. Verwarm intussen de oven voor (elektrisch: 220°C / hetelucht: 200°C). Verhit de pan met het baconvet op laag tot middelhoog vuur en roer 1 el ahornsiroop erdoorheen. Laat de siroop smelten en roer alles glad. Bestrijk de deegrondjes ermee en bak ze 20-25 minuten in de oven tot ze goudbruin en gerezen zijn. Laat afkoelen op een rooster.

4. Verhit voor de chowder de boter in een grote pan op middelhoog vuur tot hij begint te bruisen en fruit er de prei met een snuf zout in 8-10 minuten zacht in. Bestuif met de bloem en bak kort verder. Schenk de melk er al roerend beetje bij beetje tot hij goed opgenomen is. Voeg de tijmblaadjes, de bouillon en de aardappelblokjes toe en breng het geheel aan de kook. Zet het vuur lager en laat ca. 10 minuten rustig pruttelen.

5. Voeg de bloemkoolroosjes, bladeren en stronk toe en kook rustig nog 10-15 minuten tot de bloemkool en de aardappels zacht zijn. Breng op smaak met zout, peper, cayennepeper en nootmuskaat. Roer de slagroom erdoorheen en schenk de soep in kommen. Serveer met de baconkoekjes.