Chocoladetaartje met munt en frambozen

Bereiding

1. Zeef 250 g bloem. Kneed van 100 g boter, de suiker, de gezeefde bloem en een snufje zout een soepel deeg, maar kneed niet te lang. Verpak het deeg in vershoudfolie en leg het minimaal 1 uur in de koelkast. Vet taartvormpjes (ca. 10 cm Ø) in en bestuif ze met bloem.

2. Verwarm de oven voor (elektrisch: 200°C / hetelucht: 175°C / gas: stand 3). Rol het deeg uit en steek er cirkels (ca. 13 cm Ø) uit. Bekleed de taartvormpjes met de deegcirkels en snijd de overhangende randen af. Leg in elk taartvormpje een stuk bakpapier en vul de vormpjes met bakbonen. Bak de bodems 12-15 minuten in de oven.

3. Neem de taartbodems uit de oven en verwijder de bakbonen en het bakpapier. Pluk de blaadjes van 1 takje munt en hak ze fijn. Breng de slagroom met ½ el boter en de gehakte munt in een pan aan de kook. Neem de slagroom van het vuur en roer de chocolade erdoorheen. Giet als de chocolade gesmolten is het mengsel in de taartvormpjes. Zet de taartjes minimaal 1 uur in de koelkast.

4. Pluk de rest van de muntblaadjes van de takjes. Maak de frambozen indien nodig schoon (was ze liever niet). Verdeel de munt en de frambozen over de taartjes.