Rumbaba uit Amalfi van Jamie Oliver

Bereiding

1. Meng de gist met 100 ml lauw water. Smelt de boter en laat hem iets afkoelen terwijl je de eieren in een kom luchtig klopt. Voeg al kloppend langzaam de gesmolten boter en vervolgens het meel, een snufje zeezout en het gist­mengsel toe, en roer met een rubber spatel als het beslag te stevig wordt. Na 5 minuten heb je een dik, glanzend beslag. Dek de kom af met een schone, vochtige theedoek en laat 40 minuten op een tochtvrije plek rusten.

2. Roer het bababeslag 3 minuten krachtig door om het weer vloeibaar te maken. Vet een diepe tulbandvorm van 24  cm in met boter en giet het beslag erin. Laat weer 40 minuten rijzen, nu onafgedekt, of tot het beslag net boven de rand van de vorm uit komt. Verwarm de oven voor op 150 °C.

3. Bak de baba 1 uur in de oven, of tot hij goudbruin is. Doe de suiker en limoncello in een pan, splijt het vanillestokje in de lengte open en doe het samen met het kaneelstokje, de kruidnagels, laurier en rozemarijn bij het suikermengsel. Schil met een dunschiller reepjes sinaasappel­ en citroenschil erbij, en pers alle citrusvruchten uit boven een maatbeker. Vul het sap met water aan tot 500 ml, giet het mengsel in de pan en kook het tot de helft in.

4. Laat de baba afkoelen, zet een groot mes tegen de rand van de vorm en snijd de bovenkant van de cake (perfect voor mijn Limoncello­tiramisu op blz. 342). Besprenkel de cake rustig met de siroop – zorg ervoor dat die ook in de rand trekt – en laat hem een nacht staan. Stort de cake op een taart­plateau of schaal. Vul het gat met gezoete ricotta, mascar pone of roomijs, strooi er wat seizoensvruchtjes over en bestuif met poedersuiker.