Artisjokken met kalfsvlees en kappertjes

Bereiding

1. Doe 500 ml water, de witte wijn, de olijfolie, een snuf zout en het citroensap in een pan. Snijd ca. 2⁄3 van de bovenkant van de artisjokken af en schep met een lepel het hooi (de draden) eruit. Snijd met een klein, scherp mes de bladeren van de bodem en schil een stukje van de steel. Snijd de rest van de steel af. Leg de schoongemaakte artisjokbodems direct in de pan (zie foto’s).

2. Breng het geheel aan de kook. Kook de artisjokken in ca. 30 minuten op laag vuur gaar.

3. Kook de spaghetti volgens de aanwijzingen op de verpakking beetgaar in water met wat zout. Was de peterselie, schud hem goed droog en pluk de blaadjes van de takjes.

4. Verwarm de oven voor (elektrisch: 200°C / hetelucht: 175°C / gas: stand 3). Bestrooi de kalfsmedaillons met zout en peper. Verhit de olie en de boter in een pan en bak er de medaillons ca. 2 minuten aan beide zijden in. Neem het vlees uit de pan en leg het op een ovenschaal. Strooi de bloem in de pan en bak hem kort. Blus af met de runderfond en roer goed door. Zet het vlees nog 4-5 minuten in de oven.

5. Hak de peterselie grof. Roer de peterselie en de kappertjes door de saus. Neem de artisjokken uit de pan en snijd ze in vieren. Neem het vlees uit de oven en laat even rusten. Giet de spaghetti af en meng er 2 el van de saus doorheen. Breng op smaak met zout en peper.

6. Snijd het vlees in plakken. Verdeel de spaghetti over borden en leg er het vlees en de artisjokken op. Schep de saus eroverheen.