Bereiding
- Meng de bloem met de poedersuiker in een kom. Splijt het vanillestokje en schraap er het merg uit. Verwarm de melk met het vanillestokje en het vanillemerg. Laat op laag vuur ca. 10 minuten trekken, maar laat de melk niet koken. Haal het vanillestokje uit de melk.
- Klop de eieren en de eidooiers met een snufje zout los. Schenk het eimengsel bij het bloemmengsel en roer tot een glad geheel. Voeg geleidelijk de melk toe en blijf goed roeren om klontjes te voorkomen. Zet het beslag afgedekt minstens 1 nacht in de koelkast.
- Verwarm de oven voor (elektrisch: 250°C / hetelucht: 225°C) met een stevige bakplaat erin. Vet de canelévormpjes in met boter. Roer het beslag kort door en vul de vormpjes tot 1 cm onder de rand met het beslag. Neem de bakplaat uit de oven, zet de vormpjes erop en zet het geheel terug in de oven. Bak de canelés ca. 15 minuten op hoge temperatuur, verlaag de oventemperatuur (elektrisch: 180°C / hetelucht: 160°C) en bak nog ca. 40 minuten verder.
Per portie: ca. 69 kcal
2 g eiwit | 2 g vet | 10 g koolhydraten
Foto’s & receptuur: Willem van Santen
Tips:
Klassieke canelés worden gebakken in koperen vormpjes die voor het bakken worden ingevet met een mengsel van boter en bijenwas. Deze vormpjes zijn echter erg duur en bijenwas is niet makkelijk aan te komen. Er zijn hele goede vormen met antiaanbaklaag te koop die een goed resultaat geven. Siliconenbakvormen zijn het makkelijkst in gebruik en het goedkoopst, maar geven een iets ander resultaat dan het origineel.
Zorg dat je oven echt goed voorverwarmd is voordat je de canelés erin zet. Door de ‘shock’ vormt zich direct een laagje rondom het beslag waardoor het niet teveel kan rijzen. Komen de canelés ver boven hun vormpje uit tijdens het bakken? Begin dan op een wat hogere temperatuur. Ze mogen wel iets rijzen, aan het eind van de baktijd zakken ze ook nog wel iets in. Zo krijg je de karakteristieke compacte, bijna custard-achtige structuur in je canelés.