Chocoladewafels

Bereiding

1. Verwarm de melk in een pan tot lauwwarm en verbrokkel er de gist in. Roer tot de gist is opgelost. Splijt het vanillestokje en schraap er het merg uit. Smelt 50 g chocolade au bain-marie.

2. Meng in een kom de bloem met de suiker, het vanillemerg, de cacao en een snufje zout. Voeg het ei en de gesmolten chocolade toe. Schenk al roerend geleidelijk de gistmelk erbij. Roer goed door om klontjes te voorkomen.

3. Smelt de boter en klop hem door het beslag. Verkruimel de beschuit fijn en roer hem door het beslag. Dek de kom af met vershoudfolie en laat het beslag op een warme plek ca. 1 uur rijzen.

4. Verwarm het wafelijzer en vet het eventueel in met wat olie. Schenk steeds een grote soeplepel van het beslag in het wafelijzer en klap het ijzer dicht. Bak de wafels 2-3 minuten voor lichte, zachte wafels en 4-5 minuten voor donkerdere, krokantere wafels. Laat de wafels kort afkoelen op een rooster

5. Breng in een pannetje de slagroom aan de kook. Neem van het vuur en smelt er 100 g chocolade in. Schenk de chocoladesaus over de wafels en serveer ze direct.