Dumplings

Bereiding

1. Meng 300 g bloem in een kom met behulp van een vork geleidelijk met  200 ml kokend, water tot een deeg. Neem uit de kom en kneed, ca. 10 minuten op een met bloem bestoven, werkblad. Voeg eventueel meer water toe als het deeg te droog is of meer bloem als het deeg te plakkerig is.  Wikkel de deegbal in vershoudfolie en laat ca. 1 uur rusten in de koelkast.

2. Schil voor de varkensvleesvulling de gember. Hak de waterkastanjes fijn. Maak 4 lente-uitjes schoon en hak ze fijn. Meng door elkaar met het gehakt, 3 tl sojasaus, ½ tl zout, de rijstwijn, 1 el sesamolie en 1 ei. Zet de vulling tot gebruik in de koelkast.

3. Schil voor de groentevulling de gember. Schrap de wortel en was hem. Hak de gember en de wortel fijn in de keukenmachine en doe ze in een kom. Hak de shiitakes fijn en voeg ze toe. Hak de Chinese kool en 6 lente-uitjes fijn en voeg ze toe. Verhit 2 tl  sesamolie in een pan en bak er het groentemengsel ca. 4 minuten in. Neem uit de pan en laat een beetje afkoelen. Meng er 2 el sojasaus, 1 ei en gemalen peper doorheen.

4. Verdeel het deeg in 2 stukken en vorm er rollen van ca. 3 cm Ø van. Snijd de rollen in totaal in 30 stukjes. Rol er op een met bloem bestoven werkblad 30 dunne ronde deeglapjes van ca. 9 cm Ø van.

5. Breng in een pan water aan de kook. Leg een lapje deeg in de holte van je handpalm en leg in het midden 1 tl vulling. Maak de rand van het deeg nat met water. Vouw het deeg dubbel tot een halve maan. Druk de randen goed op elkaar en vorm met je vingers plooitjes in het deeg. Druk de randen goed dicht zodat er geen vulling uit kan lopen. Maak op dezelfde manier de overige dumplings.

6. Bekleed een stoommand met bakpapier en leg de dumplings erin. Zet de stoommand afgedekt op de pan kokend water. Stoom de dumplings in porties in ca. 20 minuten gaar. Serveer bijvoorbeeld met sojasaus en garneer met lente-ui.