Garnalenkroketten

Bereiding

1. Week de gelatine in koud water. Breng 200 ml water met het groentebouillonblokje aan de kook. Smelt de boter in een pan. Voeg 60 g bloem toe aan de boter en verhit de roux* op laag vuur tot hij loslaat van de pan. Neem de roux van het vuur en voeg geleidelijk al roerend eerst de melk en daarna de bouillon toe. Breng het geheel al roerend aan de kook. Knijp de gelatine uit en voeg hem toe aan het mengsel.

2. Neem de pan van het vuur en roer de garnalen en de dragon door het mengsel. Breng op smaak met zout, peper en nootmuskaat. Laat het geheel ca. 2 uur opstijven in de koelkast.

3. Vorm met natte handen kroketjes van de garnalenvulling. Wentel de kroketjes eerst door wat bloem, vervolgens door het eiwit en daarna door de panko. Rol de kroketjes tussen twee handen zodat het broodkruim goed plakt. Rol de kroketjes nogmaals door het eiwit en daarna door het broodkruim. Laat de kroketjes ca. 15 minuten opstijven in de koelkast.

4. Verhit de olie in een ruime pan tot ca. 160°C. Frituur de kroketjes portiegewijs in 45 minuten goudbruin.