Gnocchi sardi met basilicumpesto en erwtjes

Bereiding

1. Stamp voor de pesto het basilicum, de knoflook, de pecannoten en het zeezout in een vijzel tot een fijne pasta. Voeg geleidelijk de olijfolie toe zodat je een smeuïge pesto krijgt.

2. Kneed voor de gnocchi de bloem, 70 ml water, een snufje zout en 1 el olijfolie tot een soepel deeg. Voeg als het niet goed ‘pakt’ wat extra water toe tijdens het kneden. Kneed minstens 10 minuten stevig door. Verpak het deeg in vershoudfolie en laat het minstens 30 minuten rusten.

3. Vorm van het deeg op een met bloem bestoven werkblad een rol van ca. 1 cm doorsnede. Snijd stukjes van ca. 1 cm van het deeg. Bestuif met wat extra bloem om plakken te voorkomen. Druk elk stukje pastadeeg met je duim over een geribbeld gnocchiplankje, zodat het om je duim opkrult tot een geribbeld rolletje. Verwerk al het deeg en bewaar de pasta op een schone met bloem bestoven theedoek.

4. Kook de pasta in een ruime hoeveelheid kokend water in ca. 2 minuten beetgaar. Voeg ook direct de doperwtjes toe. Giet het geheel af, maar vang wat van het kookvocht op.

5. Doe de gekookte pasta met de doperwtjes terug in de pan en voeg de helft van de pesto toe. Roer er ook nog 3-4 el van het kookvocht doorheen zodat het geheel mooi bindt. Breng eventueel op smaak met zout en peper.

6. Rooster de pecannoten in een droge koekenpan tot ze beginnen te kleuren. Verdeel de pasta over diepe borden en schep er de overgebleven pesto overheen. Maak af met de geroosterde pecannoten.