Profiteroles met oranjebloesemcrème en chocoladeganache

Bereiding

1. Verwarm de oven voor (elektrisch: 190⁰C / hetelucht: 170⁰C) en bekleed twee bakplaten met bakpapier. Doe voor de soesjes de melk, het water, de boter, de suiker en het zout in een ruime steelpan op middelhoog vuur en roer tot de boter is gesmolten. Verhit het mengsel tot het bijna kookt, neem van het vuur en voeg de bloem in één keer toe. Roer krachtig met een houten lepel tot een glad, zwaar deeg. Zet de pan op laag vuur en bak al roerend ca. 2 minuten, tot het deeg loskomt van de wand van de pan. Doe het deeg in de kom van een staande mixer met een platte menghaak en laat een paar minuten afkoelen.

2. Voeg al mixend beetje bij beetje de geklutste eieren toe en voeg pas nieuw ei toe als de vorige is opgenomen. Je hebt misschien niet al het ei nodig – het deeg moet stevig genoeg zijn om te kunnen spuiten. Doe het deeg in een spuitzak met een spuitmondje van 1½ cm en spuit 20 soesjes van 3 cm Ø en 2 cm hoog op de bakplaten. Zorg dat er ruimte zit tussen de soesjes – ze zullen nog rijzen. Druk de puntjes van de soesjes voorzichtig wat platter met een natte vinger. Bestrijk de bovenkant van de soesjes met de rest van het geklutste ei. Bak de soesjes in 25-30 minuten goudbruin. Open de ovendeur tussentijds niet, dan zakken de soesjes in.

3. Hak intussen voor de ganache de chocolades fijn en doe ze in een hittebestendige kom. Verwarm de slagroom in een steelpan tot hij bijna kookt en schenk over de chocolade. Roer tot de chocolade helemaal is gesmolten en laat afkoelen. Roer tijdens het afkoelen af en toe door.

4. Neem de soesjes uit de oven en laat afkoelen op een rooster. Klop voor de room de slagroom, de poedersuiker en het oranjebloesemwater tot zachte pieken.

5. Snijd met een gekarteld mes de soesjes horizontaal doormidden. Vul ze met flink wat van de room en leg de kapjes er weer op. Besprenkel met de ganache en serveer op een mooi bord.