Dit moet je als culi doen, zien en eten in Noord-Ierland

Het was halverwege september vorig jaar toen ik voet zette op Noord-Ierse bodem en het was ongewoon warm voor de tijd van het jaar. Dorstig weer, noemen we dat ook wel bij Foodies, en dus besloot ik als allereerste een koud, Iers biertje te gaan drinken in het centrum van Belfast.

Ik stapte binnen bij het allereerste café dat ik tegenkwam in het centrum en dat bleek meteen een schot in de roos te zijn. Bij Café Bootleggers serveren ze eten in de Amerikaanse stijl. Van burgers tot taco's en bites zoals chili beef nachos, geroosterde mais met gesmolten boter en crispy chicken wings.

Ik ging voor een koud biertje en een portie gefrituurde uienringen en zoeteaardappelfriet met truffelsaus. Hoewel dit precies niks met de Ierse keuken te maken heeft, was dit wel een hele fijne hotspot in Belfast om mijn Ierlandreis te beginnen.

Van een Amerikaanse vette hap ging ik naar het gezonde dat Noord-Ierland te bieden heeft. Op zo'n 20 minuten rijden van het centrum van Belfast vind je Hillsborough Castle. Dit kasteel is een van de officiële verblijfplaatsen van het koningshuis en trekt - wanneer de koning er niet logeert - dagelijks honderden toeristen. Hoewel je zeker even de luxe moet aanschouwen in het kasteel, raad ik je vooral aan om de tuinen van Hillsborough in te gaan.

Wat je daar aantreft, vat echt de droom van iedere culi samen. Er groeien groenten en fruit zover het oog reikt. Alle soorten kool die je je maar kunt bedenken, pompoenen zo groot als voetballen en kruiden die je van meters afstand al ruikt.

Het enige wat je kunt denken als je daar loopt is: ik wil nú met al dit lekkers koken. Dat kan helaas niet, maar je kunt wel proeven wat de chefs van het kasteel ermee klaarmaken in het café op het landgoed. Aanrader!

Als je wel zelf aan de slag wilt met groenten en fruit van Ierse bodem, dan kun je een bezoekje brengen aan de St George's Market. Deze indoor markt in het centrum van Belfast is van vrijdag tot en met zondag geopend en trekt iedere dag ander publiek. Op vrijdag vind je er vooral marktwaar als elektronica, sieraden en kunst, op zaterdag komen er boeren uit de omgeving van Belfast met hun verse producten en op zondag eet en drink je er onder het genot van live-muziek.

Wat je zeker moet proeven als je op de markt loopt is gedroogd zeewier. Dit koop je in kleine zakjes en wordt in Ierland gesnackt net zoals chips. De smaak is zoutig en een beetje umami. Iets minder gezond maar net zo lekker is de cake fifteen.

Deze cake wordt zo genoemd omdat het recept vijftien van elk van de ingrediënten vereist, waaronder koekjes, marshmallows, geglaceerde kersen en gedroogde kokos. Zo zoet, maar zo lekker.

Voor de laatste stop moet je vroeg op. Om half zes stond ik naast mijn bed om om zes uur mee te kunnen op de vissersboot. Het was nog donker toen schipper Richard Connor mij welkom heette voor zijn Catch and Sea experience. Nadat we een stukje uit de haven van Portrush zijn gevaren, gooien we midden op zee onze hengel uit. Richard vertelt mij dat we vooral makreel zullen vangen hier en voordat hij uitgepraat is, voel ik al wat trekken aan mijn hengel.

Ik vang de eerste makreel van de dag maar zeker niet de laatste. De makreel blijkt happig vandaag en met een groepje van vijf vangen we zo'n 10 stuks verse makreel. Aan boord wordt de vis meteen schoongemaakt door een ervaren visserman en nog geen half uur later ligt de makreel gebakken en al op mijn bord. Verser krijg je het niet!