Noor: “‘Serveer er een bladgroente bij’ is een veel gebruikte serveersuggestie in de geschiedenis van de Ottolenghi-boeken, en zo is dit gerecht ‘het groente bijgerecht’ dat u simpelweg aan maaltijden in het weekend kunt toevoegen: zo op zich al erg lekker, maar eenvoudig genoeg om niet al te zeer af te leiden van het hoofdgerecht. U kunt de snijbiet ook door andere bladgroenten vervangen, bijvoorbeeld spinazie, boerenkool of andere kool."

Bereiding

Verhit 3 eetlepels olie in een grote sauteerpan op halfhoog tot hoog vuur. Voeg de uien, ¼ theelepel zout en een flinke draai peper toe, bak af en toe roerend 12-15 minuten tot de uien gaar en bruin zijn. Zet het vuur als ze te snel bruin worden halfhoog. Roer de eetlepel sumak erdoor en doe de uien in een kom.
Zet de pan weer op halfhoog tot hoog vuur en giet de overgebleven 3 eetlepels olie erin. Voeg de snijbietstelen met ½ theelepel zout toe en laat ze af en toe roerend 4 minuten zachtjes bakken tot ze gaar en licht gekleurd zijn. Doe de fijngehakte knoflook erbij en bak nog 30 seconden. Voeg nu het snijbietblad toe, steeds een derde deel per keer, met ½ theelepel zout en een flinke draai peper en laat nog 6-7 minuten smoren tot het blad geslonken is en het grootste deel van het vocht is verdampt. Haal de pan van het vuur en roer de helft van het citroensap en alle sumak-uien erdoor.
Maak intussen de krokante knoflook. Doe de olie met de plakjes knoflook in een kleine koekenpan en zet op halfhoog vuur. Laat 8 minuten zachtjes bakken of tot de knoflookplakjes goudbruin en krokant zijn. Laat ze uitlekken in een zeef op een kom en bewaar de plakjes knoflook en de olie afzonderlijk van elkaar. Doe de rozijnen bij de warme knoflookolie en zet opzij. Roer als de olie is afgekoeld de dille erdoor.
Schik het snijbietmengsel op een grote schaal met een opstaande rand en besprenkel met het overgebleven citroensap. Verdeel het rozijnenmengsel erover en bestrooi met de krokante knoflook en extra sumak.