Brabants worstenbroodje

Bereiding

1. Kneed het gehakt, de eieren, het paneermeel, de kerrie, de nootmuskaat en flink wat zout en peper goed door elkaar. Zet ca. 3 uur afgedekt in de koelkast.

2. Meng intussen in een kom de gist met de bloem. Giet 250 ml melk en 250 ml water erbij en kneed kort tot alle bloem is opgenomen. Laat ca. 15 minuten staan.

3. Voeg 2 el zout en de boter aan het bloemmengsel toe en kneed het geheel in ca. 10 minuten tot een soepel en elastisch deeg. Laat het deeg afgedekt ca. 1 uur en 30 minuten rijzen op een warme plek.

4. Verdeel het gehaktmengsel in 10 porties en maak er rolletjes van ca. 8 cm van. Zet weer afgedekt in de koelkast.

5. Stort het deeg op een met bloem bestoven werkblad en verdeel het in 10 stukken. Vorm bolletjes van het deeg en rol ze uit tot ovale plakjes. Rol in iedere deegplak een gehaktrolletje strak op. Bestrijk het uiteinde van het deeg met wat water om het deeg goed te laten plakken. Leg de broodjes op een met olie ingevet bakblik en dek losjes af met een schone theedoek. Laat op een warme plek nog ca. 45 minuten rijzen. Verwarm de oven voor (elektrisch: 225°C / hetelucht: 200°C).

6. Kluts de eidooier met 1 el melk en bestrijk de broodjes ermee. Bak de worstenbroodjes in ca. 25 minuten goudbruin en gaar in de oven. Verlaag eventueel na 15 minuten de oventemperatuur als de broodjes te donker dreigen te worden.