Blini’s van boekweitmeel met aubergine-olijventapenade

Bereiding

1. Verwarm voor de tapenade de oven voor (elektrisch: 200°C / hetelucht: 180°C). Prik de aubergine rondom enkele malen in met een vork. Leg op een bakplaat en pof de aubergine in ca. 1 uur gaar in de oven. De aubergine moet echt goed zacht zijn. Neem uit de oven en laat afkoelen.

2. Halveer de aubergine en schraap met een lepel het vruchtvlees van de schil af. Hak de aubergine fijn en meng er de olijven doorheen. Breng op smaak met citroensap, olijfolie, zout en peper. Zet de tapenade opzij.

3. Kook de aardappels in ca. 20 minuten gaar in water met wat zout. Meng ondertussen het boekweitmeel in een kom met een grote snuf zout en de gist. Maak een kuiltje in het meelmengsel en breek het ei erboven. Meng het ei door het meel. Voeg geleidelijk de karnemelk toe zodat je een glad beslag zonder klontjes hebt.

4. Giet de aardappels af en laat ze kort droogstomen met het deksel op de pan. Pureer de aardappels met een pureeknijper of druk ze door een zeef. Meng de puree door het beslag. Voeg eventueel wat extra karnemelk toe als het beslag te dik is om te scheppen. Laat het beslag ca. 2 uur rijzen.

5. Verhit 2 el boter in een koekenpan en maak met een lepel hoopjes van het beslag in de pan. Het beslag moet uitvloeien tot een mooi pannenkoekje van ca. 10 cm doorsnede. Is het beslag te dik? Roer er dan nog wat karnemelk erdoorheen. Bak de pannenkoekjes in
   ca. 8 minuten goudbruin aan beide zijden. Neem uit de pan en houd warm. Ga verder tot het beslag op is. Zorg dat er telkens genoeg boter in de pan zit, zodat de pannenkoekjes niet vastbakken aan de pan.

6. Schep op iedere blini 1 tl yoghurt. Maak met 2 (dessert)lepels mooie quenelles van de tapenade en verdeel over de yoghurt. Maak af met verse dille en wat versgemalen zwarte peper.