Broodje cubano

Bereiding

1. 1. Pureer de ingrediënten voor de marinade in een keukenmachine met wat zout en peper glad. Stop het vlees in de diepvrieszak met ¾ van de marinade en wrijf het goed in. Laat 12-24 uur marineren in de koelkast, hoe langer hoe beter. Zet de overige marinade in een afgedekt kommetje in de koelkast.

2. 2. Verwarm de oven voor (elektrisch: 220°C / hetelucht: 200°C). Leg het vlees met de marinade in een braadslee. Dek het strak af met 2 lagen aluminiumfolie en bak ca. 30 minuten in de oven. Verlaag de temperatuur (elektrisch: 160°C / hetelucht: 140°C) en bak het vlees ca. 2 uur verder tot het heel zacht is. Schep daarbij regelmatig het braadvocht over het vlees. Leg het vlees op een schaal en dek het af met aluminiumfolie. Laat helemaal afkoelen. Wikkel het vlees in vershoudfolie en zet het minstens 2 uur in de koelkast. Schep intussen het vet uit het braadvocht en gooi het weg. Schenk het overgebleven braadvocht in een kom en zet afgedekt in de koelkast.

3. 3. Snijd het gekoelde vlees in plakjes van 1 cm dik en verwarm de oven voor (elektrisch: 180°C / hetelucht: 160°C). Schenk het apart gehouden braadvocht en de overgebleven verse marinade in de braadslee en leg de plakjes vlees erop. Dek af met aluminiumfolie en verwarm 15 minuten in de oven.

4. 4. Verhit een grote koekenpan. Snijd de broodjes doormidden en bestrijk de binnenkant royaal met mosterd. Vul de broodjes met plakjes vlees, ham, kaas, augurk en met de saus uit de braadslee. Bestrijk de buitenkant van de broodjes met gesmolten boter en bak ze in de koekenpan – met een zware pan erop als gewicht – goudbruin en krokant. Druk het gewicht licht aan. Draai de broodjes om en herhaal met de andere kant.