Broodje visstick

Bereiding

1. Stel een productielijn op: leg eerst de visfilets voor je op een bord. Klop het ei los in een brede ondiepe kom en zet die naast de vis.

2. Maal de pinda’s in een specerijenmolen of een koffiemolen (maal eerst een stukje brood om de koffiesmaak te verwijderen). Je kunt ze ook malen met het uiteinde van een deegroller, maar in een molen worden ze fijner: het moet een fijn poeder worden met af en toe een knapperig stukje. Verdeel het poeder over een bord en meng er het venkelzaad, een snuf zout en een snuf peper door. Dit is het tweede bord. Zet het naast het ei. Verdeel de broodkruimels over het derde bord. Bedek tot slot een bakplaat met bakpapier en zet deze aan het eind.

3. Verhit de oven tot 180°C. Snijd de visfilets in acht visstickachtige repen. Doop een reep vis in het losgeklopte ei, rol het door het pinda-venkelpoeder en bedek het met broodkruimels. Druk de broodkruimels aan met je vingers. Leg de met ei, pinda, venkel en brood bedekte visstick op de bakplaat en herhaal dit met de rest.

4. Leg alle vissticks netjes op een rij op de bakplaat en bak ze in 20 minuten knapperig en goudbruin. Snijd het stokbrood doormidden (of hol het uit) en bestrijk het met de harissa.

5. Leg de hete vissticks op je ‘beharissade’ stokbrood en eet het broodje met je handen. Ga eventueel op een koffer zitten.