Chocoladetaartjes

Bereiding

1. Zeef 250 g bloem op het werkblad en vorm tot een cirkel. Verdeel er 100 g boter in blokjes over en kneed de boter tussen je vingertoppen zacht. Voeg 100 g suiker, een snufje zout en 2 eieren toe aan de boter en meng goed. Voeg geleidelijk de bloem vanaf de rand toe en kneed het geheel tot een soepel deeg. Kneed niet langer dan noodzakelijk. Verpak het deeg in bakpapier en laat het ca. 45 minuten rusten in de koelkast.

2. Vet de taartvormpjes in met boter en bestuif ze met bloem. Rol het deeg uit tot een dunne plak van ca. ½ cm dik. Snijd 6 cirkels (ca. 15 cm Ø) uit het deeg en bekleed er de taartvormpjes mee. Zet de vormpjes ca. 10 minuten in de koelkast.

3. Verwarm de oven voor (elektrisch: 200°C / hetelucht: 175°C / gas: stand 3). Bekleed het deeg met bakpapier en verdeel er de bakbonen over. Bak het deeg ca. 8 minuten in de oven.

4. Smelt de chocolade met 100 g boter au bain-marie. Klop 3 eieren met 50 g suiker en een snufje zout schuimig. Spatel eerst 50 g bloem en vervolgens de chocolade voorzichtig door het eimengsel. Neem de taartvormpjes uit de oven en verwijder het bakpapier met de bakbonen.

5. Verdeel het chocoladebeslag over de taartvormpjes. Bak de chocoladetaartjes nog 10-15 minuten in de oven. Neem uit de oven en laat afkoelen. Serveer de chocoladetaartjes met de zure room.