Clam chowder

Bereiding

1. Verwarm de oven voor (elektrisch: 225°C / hetelucht: 200°C). Meng voor de crackers de bloem met het bakpoeder, de suiker en het zout. Voeg de olie en 125 ml water toe. Meng tot een zacht, plakkerig deeg. Voeg eventueel eetlepelgewijs meer water toe als de bloem niet helemaal opgenomen wordt.

2. Maak van het deeg met de hand een rechthoek. Rol het deeg op een met bloem bestoven werkblad dun uit (ca. 2 mm dik) en leg het voorzichtig op een met bakpapier beklede bakplaat. Prik het deeg een aantal keren in met een vork. Bestrijk het deeg met water en bestrooi met het sesamzaad. Bak in 15-20 minuten goudbruin in de oven. Neem uit de oven, laat kort afkoelen en neem van de bakplaat. Breek de crackers voorzichtig in de gewenste vorm. Bewaar de crackers in een trommel.

3. Was de mosselen en de kokkels in een ruime hoeveelheid koud water. Gooi beschadigde exemplaren weg. Schep de kokkels en mosselen
   in een grote pan en voeg 1,5 l water toe. Breng afgedekt aan de kook en laat ca. 2 minuten koken tot alle schelpen open zijn. Schud regelmatig om.

4. Giet de mosselen en kokkels af en vang het kookvocht op. Laat de kokkels en mosselen afkoelen. Giet het kookvocht door een fijne zeef. Verhit de boter in een ruime pan met dikke bodem en bak er het spek in ca. 5 minuten goudbruin en knapperig in. Schep het spek uit de pan en houd apart. Fruit de ui en de knoflook 3-4 minuten in het braadvet.

5. Blus af met het kookvocht, de slagroom en de melk. Voeg de aardappels, de laurierblaadjes, de tijm en het bouillonblokje toe. Breng het geheel aan de kook en kook ca. 25 minuten tot de aardappels gaar zijn.

6. Haal de helft van de mosselen en de kokkels uit de schelp en hak ze grof. Neem de laurierblaadjes en de tijm uit de soep. Breng de soep op smaak met zout en peper. Warm de spekblokjes, de gehakte schelpdieren en de hele schelpdieren kort op in de soep. Hak de peterselie grof. Serveer de soep in kommen en strooi er de peterselie overheen. Geef de crackers erbij.