Crème caramel

Bereiding

1. Splijt het vanillestokje in de lengte en schraap er het merg uit. Doe de melk, het vanillestokje en het merg in een steelpan. Breng de melk tegen de kook aan en neem van het vuur. Laat ca. 15 minuten trekken. Vet de souffléschaaltjes (ca. 10 cm Ø) in met boter.

2. Karamelliseer 90 g suiker met een scheutje water in een pannetje tot hij mooi goudbruin kleurt. Verwarm de oven voor (elektrisch: 150°C / hetelucht: 125°C). Zet de schaaltjes kort in de oven zodat ze een beetje warm worden. Hierdoor stolt de karamel minder snel en kun je hem makkelijker over de hele bodem verdelen. Verdeel de hete karamel direct over de warme schaaltjes en laat afkoelen.

3. Haal het vanillestokje uit de melk. Klop de eieren en de dooiers los met de overgebleven suiker en een snuf zout. Schenk al roerend de melk erbij tot een glad geheel. Zeef het mengsel in een maatbeker. Zet de schaaltjes in een ovenschaal of braadslee. Giet het custardmengsel in de schaaltjes. Vul de ovenschaal met genoeg warm water zodat de schaaltjes voor de helft in het water staan. Zet de ovenschaal 35-40 minuten in de oven tot de crème aan de randen stevig is maar nog een beetje wiebelig is in het midden.

4. Neem de ovenschaal met de schaaltjes uit de oven. Haal de schaaltjes voorzichtig uit het water en laat op een rooster afkoelen. Laat vervolgens minimaal 4 uur opstijven in de koelkast.

5. Vul voor het serveren een diep bord met warm water. Ga met de punt van een klein mesje langs de rand van de custard om hem los te maken van het bakje. Zet telkens een bakje ca. 20 seconden in het warme water. Leg een bordje boven op het bakje en keer het geheel in één keer om. Misschien moet je een beetje schudden met de vorm tot de crème caramel loskomt en op het bordje belandt. Als je het bakje eraf tilt zal de karamelsaus mooi over de crème lopen op het bordje. Maak af met de geroosterde amandelen.