Crêpes Suzette

Bereiding

1. Roer voor het beslag de eieren, de suiker, het zout en de bloem door elkaar met een stevige garde. Voeg een klein scheutje van de melk toe en roer het geheel glad. Voeg nog wat melk toe en roer weer glad. Ga door tot je alle melk en slagroom toe kunt voegen zonder klontjes te krijgen in het beslag. Roer de sinaasapppelschil erdoorheen. Laat het beslag 20 minuten rusten.

2. Pers 3 sinaasappels uit en meet 150 ml sap af. Snijd met een scherp mes de schil van de overige sinaasappels. Zorg dat je de witte schil zoveel mogelijk weghaalt maar het vruchtvlees intact laat. Snijd met een dun mes de partjes tussen het vlies uit.

3. Smelt telkens een klontje boter in een koekenpan en giet er wat van het beslag in. Draai de pan zodat de hele bodem bedekt is met een dun laagje beslag. Bak tot de bovenkant droog is en draai de crêpe dan om. De crêpes moeten licht goudbruin maar niet te donker kleuren. Bewaar de gebakken crêpes op een bord en herhaal tot het beslag op is.

4. Strooi na de laatste crêpe 50 g suiker in de pan en laat karamelliseren. Voeg 50 g boter en het sinaasappelsap toe en laat rustig koken tot de karamel is opgelost. Neem van het vuur en voeg voorzichtig de Grand Marnier toe. Houd voorzichtig een lange lucifer of aansteker bij de saus om hem te flamberen. Zorg dat je niet recht boven de pan hangt en dat je afzuigkap niet aanstaat.

5. Meng de sinaasappelpartjes door de saus. Wentel de crêpes door de saus en vouw ze in vieren. Verdeel over bordjes en schep er wat saus met sinaasappelpartjes overheen. Lekker met geroosterde amandelen en vanille-ijs.