Crêpetaart met mascarpone en bloedsinaasappel

Bereiding

1. Doe voor de curd alle ingrediënten in een hittebestendige kom en zet boven een pan met rustig borrelend water, maar zorg dat de kom het water niet raakt. Verwarm al kloppend met een garde tot de boter gesmolten is en de curd genoeg ingedikt is om de achterkant van een lepel te bedekken. Klop nog 3-4 minuten tot het mengsel de consistentie van vla heeft. Neem de kom van de pan, dek direct af met een stuk bakpapier en laat afkoelen.

2. Mix 1 el gesmolten boter met de overige ingrediënten voor de crêpes in een blender tot een glad, dun beslag. Laat het beslag ca. 15 minuten rusten.

3. Bestrijk een crêpe- of koekenpan met wat gesmolten boter en verhit op middelhoog vuur. Schenk wat beslag in de pan en laat het dun uitlopen over de hele bodem. Bak 1-2 minuten, draai om en bak nog 1 minuut tot de crêpe aan beide kanten lichtbruin is. Herhaal met de rest van het beslag zodat je totaal 12 crêpes hebt. Laat de crêpes iets afkoelen. Klop de mascarpone met de slagroom, de suiker en de vanille tot zachte pieken.

4. Stapel de crêpes op elkaar op een bord en bestrijk ze daarbij telkens met een dun laagje crème en bedruppel met wat curd. Verdeel de overige crème over de bovenkant van de taart en zet de taart minimaal 1 uur tot 24 uur in de koelkast. Versier voor het serveren met de sinaasappelschijfjes en de geraspte schil en bedruppel met meer curd.