Focaccia met ansjovis-olijven en mortadella

Bereiding

1. Meng in een kom de bloem met de gist. Voeg 200 ml lauwwarm water toe en meng door tot er geen droge bloem meer zichtbaar is. Dek af en laat ca. 30 minuten staan.

2. Voeg 9 g zout en 25 ml olijfolie toe en kneed het geheel in ca. 15 minuten tot een soepel en elastisch deeg. Het mag wel nog wat plakkerig zijn. Doe het deeg in een met olijfolie ingevette kom en laat afgedekt op een warme plek ca. 1 uur rijzen.

3. Vouw het deeg enkele malen door en stort het in een ingevette en met bakpapier beklede bakplaat (28×20 cm). Druk het deeg enigszins uit richting naar de randen van de vorm. Laat afgedekt nog 30 minuten rijzen. Verwarm de oven voor (elektrisch: 220°C / hetelucht: 200°C).

4. Meng 25 ml olijfolie met 25 ml warm water en 1 tl zout. Verdeel de olijven en de rozemarijntakjes over het deeg. Druip er het olijfoliemengsel overheen. Druk met je vingers kuiltjes in het deeg en druk tegelijk de olijven wat in het deeg. Bak de focaccia in 25-30 minuten goudbruin en gaar in de oven. Neem uit de oven en laat ca. 20 minuten afkoelen. Leg de focaccia op een rooster en laat verder afkoelen.

5. Snijd de focaccia horizontaal door en beleg hem met de mortadella, mozzarella en rucola. Snijd in 16 stukken, steek eventueel een prikkertje door het brood.