Gegrilde makreel met venkel en sinaasappelvinaigrette

Bereiding

1. Snijd de makrelen over de lengte op de buikholte open en verwijder de organen. Snijd de kop vanaf de kieuwen af. Was de makrelen onder koud stromend water. Halveer de makrelen in de lengte en leg de helften met de huid naar beneden op de snijplank. Houd een scherp (fileermes) horizontaal en snijd de graat van de vis. Snijd de staartvin af. Verwijder met een pincet eventuele achtergebleven graten.

2. Verwarm de oven voor op de grillstand. Was de venkel en rasp of snijd hem in dunne plakjes. Verdeel de venkel over de bodem van een braadslee en bedruppel met 1 el olijfolie. Bestrijk de huid van de makreelfilets met olijfolie. Bestrooi ze met zout en peper en leg de filets met de huidkant naar boven op de venkel. Zet de makreel ca. 5-7 minuten onder de hete grill tot de huid begint te blakeren.

3. Halveer de sinaasappel. Snijd van 1 helft de schil zo af dat ook de witte huid verwijderd is. Snijd het vruchtvlees in dunne plakjes. Pers uit de andere helft het sap. Meng het sinaasappelsap met de frambozenazijn. Pel en snipper de sjalot. Meng de sjalot met het azijnmengsel en klop er 4 el olijfolie doorheen. Breng op smaak met zout en peper.

4. Dep de kappertjes droog met keukenpapier. Verhit 1 el olijfolie in een pan en bak er de kappertjes in ca. 1 minuut krokant in. Laat afkoelen op keukenpapier. Was de munt en pluk de blaadjes van de takjes.

5. Serveer de makreel met de venkel en de sinaasappel. Druppel er de sinaasappelvinaigrette overheen. Garneer met de kappertjes en de munt.