Glühwein-winterpudding

Bereiding

1. Verhit het fruit, de suiker en het citroensap ca. 5 minuten in een steelpan op middelhoog vuur tot het fruit zacht is en veel sap loslaat. Druk het mengsel door een zeef boven een kom en zet ca. 20 minuten opzij om uit te lekken. Gooi het fruit in de zeef niet weg, dit gebruik je later als vulling voor de puddinkjes.

2. Doe de fruitsiroop met de wijn, de steranijs, het kaneelstokje, de kruidnagels en de sinaasappelschil in een pan en breng aan de kook. Kook ca. 5 minuten. Haal de pan van het vuur, dek de pan af en laat ca. 1 uur staan.

3. Bekleed 6 puddingvormpjes met vershoudfolie en zorg dat er genoeg folie over de randen hangt om later de puddinkjes mee te bekleden. Druk met een uitsteekvormpje van 5 cm Ø zes rondjes uit twee sneetjes brood om te gebruiken als bodem voor de puddinkjes. Druk uit het overige brood nog 6 cirkels van 7 cm Ø om als deksel te gebruiken. Snijd uit het brood dat je over hebt zoveel mogelijk rechthoeken van 4 bij 5 cm.

4. Doop de kleinste cirkels in de siroop en leg ze op de bodem van de vormpjes. Doop daarna de rechthoeken in de siroop en bekleed de zijkanten van de vormpjes ermee. Zorg ervoor dat de rechthoeken elkaar overlappen. Vul de vormpjes met het fruit en een paar eetlepels van de siroop. Doop als laatste de grote cirkels in de siroop en bedek de puddinkjes ermee. Vouw het vershoudfolie terug over de pudding. Bewaar de siroop die je overhoudt.

5. Zet de puddinkjes op een bakplaat en zet een andere plaat met iets zwaars erop erbovenop. Het gewicht zal ervoor zorgen dat de puddinkjes goed stevig worden. Zet de plaat 6-8 uur of het liefst een hele nacht in de koelkast.

6. Haal de puddinkjes uit de koelkast en verwijder het folie. Zet de puddinkjes op borden en maak af met een beetje van de achtergehouden siroop. Serveer naar wens met crème fraîche.