Garnalenkroketjes

Bereiding

1. Week de gelatine in koud water. Smelt de boter in een pan. Voeg de bloem toe en roer met een spatel goed door. Gaar de roux op matig vuur ca. 2 minuten, tot hij loslaat van de pan als een bal. Neem van het vuur en laat kort afkoelen.

2. Giet de melk geleidelijk al roerend met een garde bij de roux. Roer goed glad. Voeg de bouillon toe en zet op het vuur. Breng rustig al roerend aan de kook tot je een dikke ragout hebt. Laat 1 minuut goed doorkoken.

3. Neem van het vuur, knijp de gelatine uit en roer door de ragout. Voeg de eidooiers toe en roer glad. Meng de garnalen en fijngehakte dille erdoorheen en breng op smaak met zout, peper en citroen. Stort in een bak, dek af met folie en laat 24 uur afkoelen in de koelkast.

4. Vorm met een ijslepel of vochtige handen ca. 24 gelijke bolletjes van de salpicon (de dikke ragout). Rol ze enigszins plat tot een rolletje. Wentel ze voor de paneerlaag door de bloem, het losgeklopt eiwit en vervolgens door in paneermeel. Rol de kroketjes voorzichtig tussen je handen mooi rond. Wentel nogmaals door het eiwit en paneermeel. Dek af en leg ze minimaal 1 uur, maar liever 12 uur in de koelkast.

5. Verhit de olie in een frituurpan tot ca. 160°C. Frituur de kroketjes in ca. 5 minuten goudbruin en krokant.