IJstaart met kersen en pure chocolade

Bereiding

1. Doe de kersen samen met de brandy en de suiker in een pan. Verhit ca. 5 minuten op laag tot middelhoog vuur zodat er wat sap vrijkomt uit de kersen en de suiker oplost in het sap. Haal de kersen met een schuimspaan uit de pan en doe ze in een kom. Laat het sap in de pan 6-8 minuten inkoken tot een dikke siroop die de achterkant van een lepel bedekt als je de lepel door de saus hebt gehaald. Zet apart. Houd wat hele kersen achter voor de versiering en hak de overige kersen grof.

2. Smelt de chocolade met het kokosvet in een hittebestendige kom boven een pan met zacht borrelend water (au bain-marie). Roer regelmatig door. Laat de gesmolten chocolade iets afkoelen. Strijk de chocolade over een met bakpapier beklede bakplaat heel dun uit. Laat de chocolade in minimaal 15 minuten uitharden in de koelkast en breek hem vervolgens in grote stukken die in een cakeblik (ca. 1,2 l inhoud) passen.

3. Haal het ijs 10 minuten van tevoren uit de vriezer zodat het wat zachter wordt. Vet het cakeblik licht in met olie en bekleed het met bakpapier. Schep ¼ van het ijs in het cakeblik en spreid het met de achterkant van een lepel gelijkmatig uit.

4. Bedek het ijs met ⅓ van de gehakte kersen en een laagje chocolade. Herhaal alle laagjes nog twee keer met de rest van het ijs, de overige gehakte kersen en de chocolade (bewaar een paar mooie stukken chocolade voor de versiering). Eindig met een laag ijs. Dek de bovenkant af met een strook bakpapier en zet het cakeblik 4-5 uur in de vriezer.

5. Stort de ijstaart op een serveerschaal en verwijder voorzichtig het bakpapier. Versier met de achtergehouden hele kersen en chocolade. Besprenkel met de kersensiroop, snijd in plakken en serveer direct.