Kleine za’atarbroodjes

Bereiding

1. Voeg de fijne kristalsuiker en de gist toe aan een maatbeker, klop er 275 ml warm water door en laat een paar minuten staan. Voeg het broodmeel toe aan een grote mengkom, roer het zeezout erdoor en maak in het midden een kuiltje. Voeg het gistmengsel en 25 ml van de extra vergine olijfolie toe en meng goed door elkaar.

2. Voeg indien nodig meer water toe, want het deeg mag niet te droog zijn. Leg het deeg op een met meel bestoven werkvlak en kneed 8 tot 10 minuten, tot het deeg glad en soepel is.

3. Was en droog de mengkom af en vet licht in met olijfolie. Leg het deeg in de mengkom, sprenkel er wat olijfolie over en laat 1 tot 1,5 uur rijzen (afhankelijk van hoe warm het is in je keuken), tot het deeg in omvang is verdubbeld.

4. Leg het gerezen deeg op een schoon werkvlak, sla de lucht eruit en rol uit tot een rechthoek van circa 26 x 40 cm. Bestrijk met een laagje olijfolie, bestrooi gelijkmatig met de za’atar en de pul biber en laat daarbij een rand van 1 cm vrij. Druk het  specerijenmengsel zachtjes met de achterkant van een eetlepel in het deeg. Rol het deeg vanaf de korte kant zo strak mogelijk op. Snijd de uiteinden recht af en snijd het deeg in 9 plakjes.

5. Schenk voldoende van de olie in een vierkante bakvorm van 23 cm om de bodem te bedekken en leg de plakjes met de spiraal naar boven in de bakvorm. Laat afgedekt circa 30 minuten rijzen, tot het deeg in omvang is verdubbeld.

6. Verwarm intussen de oven voor tot 200°C. Bak de broodjes 25 tot 30 minuten in de oven, tot ze goudbruin zijn. Haal ze uit de oven, sprenkel meteen de rest van de olijfolie erover, laat 10 minuten in de bakvorm absorberen en serveer.