Knolselderij met appel

Bereiding

1. Schil de knolselderij. Bewaar een stukje schil: deze bevat de benodigde micro-organismen en voeg je op het einde toe. Rasp de knolselderij en appel met behulp van een rasp of keukenmachine grof. Je hoeft de appel niet te schillen. Het formaat van een appel en zeker van een knolselderij kan variëren, dus controleer of je genoeg hebt geraspt om een fermentatiepot voor driekwart te vullen. Meng het bruin mosterdzaad en karwijzaad door de geraspte appel en knolselderij in een kom.

2. Weeg 2% van het totaalgewicht (zonder kom) af aan zout, voeg het zout toe aan de kom en meng alles goed door elkaar. Kneed het zout lichtjes door het mengsel.

3. Vul de pot met het knolselderij-appelmengsel en duw aan tot ongeveer 4 cm onder de rand. Voeg nog een scheutje zoutoplossing van 2% toe als er nog niet voldoende vocht uit het mengsel zelf is gekomen om alles ondergedompeld te krijgen.

4. Verzwaar indien nodig. Sluit de pot af. Gebruik een deksel met waterslot of laat het gas af en toe ontsnappen. Als je het deksel opent, zorg dan wel dat alles goed onder water staat voordat je de pot weer sluit. De knolselderij is na 1 tot 2 weken klaar. Proef na 1 week. Vind je de knolselderij goed? Zet hem dan in de gesloten pot in de koelkast. Knolselderij met appel is weken tot maanden houdbaar.