Pruimenstrudel

Bereiding

1. Verwarm voor de strudel de oven voor op 175°C graden. Wel de rozijnen ca. 20 minuten in lauw water. Snijd de korst van het witbrood. Snijd het witbrood in kleine blokjes. Smelt 2 el boter en meng hem met de broodblokjes. Verdeel de broodblokjes over een met bakpapier beklede bakplaat en bak ze in ca. 15 minuten goudbruin en krokant in de oven.

2. Was de pruimen, verwijder de pitten en snijd het vruchtvlees in blokjes. Giet de rozijnen af en laat ze goed uitlekken. Meng de pruimen met de rozijnen, het kaneelpoeder, de suiker, de maizena en de broodblokjes.

3. Spreid een schone theedoek uit op het werkblad en leg er 2 velletjes filodeeg op met een overlappende rand. Smelt 4 el boter en bestrijk er het filodeeg mee. Leg hierop weer 2 velletjes filodeeg en bestrijk opnieuw met boter. Herhaal nog 2 keer.

4. Verdeel het pruimenmengsel in een lange baan langs de rand van het deeg. Rol het deeg met behulp van de theedoek voorzichtig op en vouw daarbij de randen aan de zijkant naar binnen. Rol de strudel voorzichtig van de theedoek af op een met bakpapier beklede bakplaat. Bestrijk de bovenkant met gesmolten boter. Bak de strudel in 25-30 minuten goudbruin en krokant in de oven.

5. Splijt voor de saus het vanillestokje en schraap er het merg uit. Verwarm de melk met het vanillemerg in een pan en laat ca. 10 minuten trekken.

6. Kluts de eidooiers met de suiker. Schenk de warme melk al roerend bij het dooiermengsel. Schenk terug in de pan en verwarm al roerend op laag vuur tot ca. 80°C, tot de saus begint te binden. Neem de saus van het vuur en dek het oppervlak af met vershoudfolie. Serveer de strudel warm met de vanillesaus.