Snelle trassi macaroni

Bereiding

1. Als je een vijzel hebt: doe de knoflook en madame jeanette in de vijzel en stamp tot een pasta zonder grove stukken. Geen vijzel? Snijd de knoflook en madame jeanette zo fijn mogelijk.

2. Breng intussen een pan water aan de kook en kook de macaroni volgens de aanwijzingen op de verpakking. Giet af en laat uitlekken.

3. Verhit de olie in een hapjespan en voeg de ui, bladselderijstengels en het madame-jeanette-mengsel toe. Als je laos en citroengras in huis hebt, is dit het moment om ze toe te voegen. Deze eet je niet op, maar ze geven extra gelaagdheid aan het gerecht. Ze zijn niet overal even makkelijk te krijgen, maar geen zorgen, ook zonder deze smaakmakers staat dit recept als een huis.

4. Voeg de trassi toe. Dit doe je door met een mes ongeveer een theelepel van het blok af te schrapen en boven de pan te verkruimelen. De trassi lost op en zal een penetrante, vissige geur verspreiden die je nauwelijks terug proeft in de macaroni, afgezien van de umami die uniek is.

5. Voeg de tomatenpuree toe en roer goed door (een minuut zodat ze haar zuur omzet in een mild zoetje met diepgang).

6. Voeg de blokjes courgette en paprika toe en schep alles om tot de groenten beetgaar zijn.

7. Voeg de gekookte macaroni toe samen met de tomatenketchup (optioneel), zoete en zoute ketjap en schep goed om. Draai het vuur uit.

8. Serveer direct met de fijngesneden bladselderijblaadjes, garnalensambal (koop je kant-en-klaar bij de Surinaamse of Aziatische supermarkt, of maak je zelf naar recept uit Madame Jeanette) en ingemaakte groenten, zoals komkommer en rode ui.