Spareribs met pindakaramel

Bereiding

1. 1. Doe de spareribs in een grote pan met 2 el sojasaus, 2 el tomatenketchup en 2 el donkere stroop. Voeg water toe tot het vlees net onderstaat en breng aan de kook. Doe een deksel op de pan, zet het vuur laag en kook 50-60 minuten tot het vlees zacht is en makkelijk loslaat van het bot. Laat uitlekken en afkoelen en dep daarna droog.

2. 2. Meng de overige donkere stroop, sojasaus en tomatenketchup met de vissaus, het limoensap, de pindakaas, het vijfkruidenpoeder en 150 ml kokend heet water tot een siroop.

3. 3. Verdeel de suiker over een pan met dikke bodem. Zet op middelhoog vuur tot de suiker aan de randen begint te smelten. Als de siroop licht amberkleurig wordt, roer hem dan voorzichtig naar het midden tot alle suiker plakkerig is. Ga door met af en toe roeren tot het geheel op donkere ahornsiroop lijkt. Haal de karamel van het vuur en meng de siroop erdoorheen, let op: de karamel kan spetteren. Als er stukjes karamel hard worden, zet de pan dan terug op laag vuur en roer tot het geheel weer een gladde saus is.

4. 4. Schenk de helft van de karamel over de spareribs en laat 30 minuten marineren (of een nacht als je tijd hebt).

5. 5. Verwarm de oven voor (elektrisch: 200°C / hetelucht: 180°C). Leg de spareribs op een met bakpapier beklede bakplaat. Verwarm de overige karamel indien nodig om hem vloeibaar te maken en bestrijk de spareribs ermee. Bak de spareribs 25-30 minuten in de oven en draai ze halverwege om. Serveer met partjes limoen.