Tempura

Bereiding

1. Bereid alle ingrediënten voor. Pel de gamba’s, laat het staartstukje evt. zitten. Snijd de gamba’s aan de buikzijde enkele malen in, zo voorkom je dat ze helemaal opkrullen. Dep de gamba’s goed droog. Blancheer de bimi kort in kokend water met zout. Spoel koud en laat goed uitlekken. Dep droog met keukenpapier. Snijd de pompoen in dunne partjes. Zorg dat ze dun genoeg zijn om gaar te worden tijdens het frituren. Pers de tofu voorzichtig tussen een schone theedoek. Snijd ‘frietjes’ van de tofu (1 cm breed) en dep nogmaals droog. Snijd de avocado rondom in en draai de twee helften van elkaar. Verwijder de pit en schep het vruchtvlees met een lepel in zijn geheel uit de schil. Snijd het vruchtvlees in partjes.

2. Vul een frituurpan of een ruime, hoge pan tot niet meer dan ⅓ met olie en verhit tot ca. 180°C. Wentel alle ingrediënten in 50 g tempurameel en klop overtollig meel eraf. Roer voor het beslag 100 g tempurameel met 160 ml ijskoud water zo kort mogelijk tot een klonterig beslag. Je wilt zo min mogelijk gluten in het beslag ontwikkelen dus roer zo kort mogelijk met een vork of eetstokjes. Ook de lage temperatuur van het ijswater vertraagt de vorming van gluten. De klontjes dragen bij aan de typische krokantheid en uiterlijk van tempura.

3. Wentel de ingrediënten in porties door het beslag, laat even uitdruipen en laat ze voorzichtig in de hete olie zakken. Frituur niet teveel tegelijk zodat de ingrediënten niet aan elkaar gaan plakken en de temperatuur van de olie niet te veel gaat zakken. Frituur de tempura in 2-3 minuten licht goudbruin en krokant. Typisch voor tempura is de lichte kleur van het beslag dus frituur het niet te donker. Schep de tempura uit de olie met een schuimspaan en laat kort uitlekken op keukenpapier. Serveer met de sweet chilisaus, de wasabi-mayonaise en wat sojasaus. Bestrooi met chilivlokken en/of furikake.