Panna cotta

Bereiding

1. Week de gelatineblaadjes in koud water of volg de aanwijzingen op de verpakking als je poedergelatine gebruikt.

2. Meng de melk met de slagroom in een kom. Schenk ca. ¼ van dit mengsel in een steelpan en verwarm samen met de vanille op laag vuur. Roer de suiker erdoorheen en blijf roeren tot hij opgelost is. Neem de pan van het vuur. Knijp de gelatine uit en voeg de blaadjes (of de poedergelatine) toe aan de pan. Roer tot de gelatine opgelost is. Zet de pan eventueel even terug op het vuur.

3. Giet de warme vloeistof door een fijne zeef (om eventuele onopgeloste gelatine te verwijderen) in de kom met de overige melk en slagroom. Roer alles goed door elkaar. Verdeel de vanillezaadjes gelijkmatig over het mengsel en leg de kom in een andere, grotere kom gevuld met koud water en ij s blokjes. Laat afkoelen. Roer af en toe door.

4. Verdeel de panna cotta, wanneer hij net begint op te stijven, over 4 coupeglazen (à ca. 120 ml) en zet ze in de koelkast. Laat de panna cotta in ca. 3 uur helemaal opstijven. Zet de glazen enkele seconden in heet water om de panna cotta op bordjes te kunnen storten.