Garnalenkroketjes

Bereiding

1. Verwarm 300 ml water met het visbouillonblokje. Pel en snipper de ui en de knoflook. Snijd de dille fijn. Smelt de boter en fruit er de ui en de knoflook in. Roer er 120 g bloem doorheen. Verhit de roux op laag vuur tot hij een bal vormt en van de pan loslaat. Neem van het vuur. Week de gelatine in koud water.

2. Giet wat van de melk bij de roux en roer het geheel glad. Voeg al roerend de rest van de melk en de bouillon toe. Breng al roerend aan de kook. Knijp de gelatine uit. Roer de gelatine, de garnalen en de dille door het mengsel. Breng op smaak met zout, peper en nootmuskaat. Laat het mengsel afgedekt in de koelkast afkoelen.

3. Vul een spuitzak met het mengsel en spuit rolletjes van ca. 3 cm doorsnee en 5 cm lang op een met vershoudfolie beklede schaal. Rol de rolletjes door 3 el bloem, vervolgens door het eiwit en daarna door de panko. Druk de panko voorzichtig aan. Rol de kroketjes nogmaals door het eiwit en door de panko.

4. Verhit de olie in een ruime pan tot ca. 165°C. Frituur de kroketjes in ca. 4 minuten goudbruin in de olie. Laat de kroketjes even uitlekken op keukenpapier en serveer ze direct.