Deze Limburgse gerechten wil je eten – ín Limburg natuurlijk

De echte Limburgse vlaai kennen we natuurlijk allemaal, maar ken je ook Limburgse gerechten zoals nonnevotten of Limburgse appelstroop? De Limburgse keuken heeft nog veel meer te bieden!

Zo kun je niet alleen heel erg goed eten bij restaurants in steden zoals Maastricht of Venlo, in de provincie vind je ook ongelooflijk veel smaakvolle gerechten en lokale producten. Die je natuurlijk het best in Limburg zelf kunt kopen of nuttigen. Kortom, op naar Limburg!

Ondanks de Franse naam, is dit gerecht toch echt Limburgs. De naam betekent 'kop van het kalf'. Je raadt het al, dat is dan ook het hoofdingrediënt. Al wordt het gerecht tegenwoordig voornamelijk bereid met kalfspoulet of kalfsgehakt.

Dit smaakvolle gerechten wordt vooral tijdens feestdagen zoals carnaval gegeten, of bijvoorbeeld rond Pasen. Vooral de saus van het gerecht is ontzettend diep van smaak. Dit ontstaat doordat je een bouillon trekt van het kalfsvlees. Vervolgens worden er champignons en gebonden tomatensaus toegevoegd, net als peper, zout, laurier en een scheutje madeira.

De naam zegt al genoeg eigenlijk, mits je natuurlijk een beetje Limburgs spreekt. Dit gerecht - konijn in het zuur - is erg geliefd in Limburg, zeker in het najaar.

Daar waar zuurvlees eerder wat zoetig smaakt, heeft dit gerecht toch echt wel een zure nasmaak. Klinkt misschien niet direct aantrekkelijk, maar het is oprecht ongelooflijk lekker. De zure smaak komt doordat je behoorlijk wat azijn toevoegt, al brengt de Limburgse appelstroop dit weer in balans.

Proberen? Bestel het dan zodra het op de menukaart staat bij Café Sjiek in Maastricht en geniet!

Volgens wetenschappers is zuurvlees (of zoervleisj op z'n Limburgs) misschien wel het oudste gerecht van Nederland. Het ingelegde vlees is rond 50 voor Christus namelijk door de Romeinen meegenomen naar ons regenachtige landje. De naam zuurvlees is een beetje verwarrend; de smaak is namelijk eerder zoet dan zuur.

Traditioneel wordt het vlees echter gemarineerd in azijn, waarna peperkoek en stroop worden toegevoegd. Het resultaat is een zacht stoofvlees in een zoetzure saus. Het liefst eet ik een flinke portie met friet bij Café Sjiek in Maastricht, al kun je het natuurlijk ook zelf maken met dit recept:

Nonnevotten worden traditioneel met carnaval gegeten, en dan met name in Sittard. Hoewel het niet helemaal duidelijk is waar de opmerkelijke naam vandaan komt, betekent het woord nonnevot eigenlijk ‘nonnenkont’. De gebakjes hebben de vorm van een lus met een knoop erin en lijken qua structuur een beetje op luchtigere donuts.

Ze worden gebakken in olie en vervolgens bestrooid met suiker, dus gezond zijn ze zeker niet. Maar omdat je ze maar één keer per jaar kunt eten, is dat niet zo erg toch?

Volgens de vakjury van de jaarlijkse nonnevottentest van De Limburger haal je in 2025 de allerbeste bij Natalie de Echte Bakker in Grevenbricht en Maasbracht.

Het Limburgse heuvellandschap is bezaaid met appel- en perenboomgaarden. Die staan daar natuurlijk niet voor de sier, want van deze appels en peren wordt stroop gemaakt. En die Limburgse stroop is erg lekker...

In Limburg gebeurt dat nog traditioneel en ambachtelijk in koperen ketels, waarin het fruit urenlang wordt gestookt tot het een dikke stroop is. Deze manier van stroop stoken is sinds een aantal jaar zelfs nationaal immaterieel erfgoed! Je vindt échte Limburgse stroop gelukkig ook buiten Limburg, al smaakt 'ie natuurlijk het lekkerst in deze bourgondische provincie.

Heb je een potje in huis en wil je zelf aan de slag? Probeer dan dit recept voor maïscake eens:

Eigenlijk hoeven we niet uit te leggen wat vlaai is. Het gebak wordt al bijna duizend jaar gegeten, maar is pas sinds iets meer dan honderd jaar ook buiten Limburg erg populair. De bodem, die van gistdeeg wordt gemaakt, wordt gevuld met bijvoorbeeld fruit, compote, rijstebrij of pudding. Vervolgens wordt de vlaai gebakken.

Niet alle vlaaien mogen zichzelf Limburgs noemen; échte Limburgse vlaai moet aan strenge regels voldoen. Zo moet de vlaai bijvoorbeeld dagvers zijn, en moet een bepaald recept gevolgd worden. Het is dan ook een erkend streekproduct. En dat is maar goed ook: buiten Limburg smaakt vlaai toch net iets minder lekker.

De lekkerste vlaaien? Die haal je wat mij betreft bij De Bisschopsmolen in Maastricht, Bakkerij Koos in Valkenburg aan de Geul en Bakkerij Vermeeren in Slenaken. Zelf leren hoe je de échte vlaai maakt? Kijk dan eens naar de workshops bij Bakster in Reijmerstok.

Nu is wat mij betreft de vlaai nergens zo lekker als in Limburg, al kun je thuis natuurlijk ook een poging wagen met dit recept:

Nog zo'n heerlijke Limburgse lekkernij: mergelblökskes. Dit zijn een soort bonbons van witte chocolade, gevuld met praliné. De bonbons worden bestrooid met cacao, waardoor ze er uitzien als een soort mergelstenen. Daar komt de typische naam dan ook vandaan.

Veel bakkers verkopen deze typische doosjes met Limburgse bonbons. Pro tip: haal een extra doosje voor thuis, want de eerste sneuvelt waarschijnlijk onderweg al - zo lekker zijn mergelblökskes...

Tegenwoordig is Limburgse möffelkook een lekkernij die veelvuldig op tafel komt bij een uitgebreide brunch, het is een heerlijk zoet brood met een vulling van krenten, rozijnen en kandijsuiker. Van oorsprong werd het gemaakt met restjes brood- of vlaaideeg.

Verschillende bakkerijen in Limburg verkopen dit smaakvolle brood, je hoeft er vaak niet lang naar te zoeken... Ook bij dit Limburgse gerecht geldt; neem wat extra mee voor naar huis, zeker als je buiten Limburg woont.