Streetfood: Thais eten uit Tata’s foodtruck

Het is een ijskoude vrijdagochtend als ik mijn auto achter de markt in Zeewolde parkeer. Ik sta geparkeerd tegenover de supermarkt en ik zie mensen met volgepakte karren voor het weekend de deur uitlopen. Op nog geen twintig meter van de supermarkt, staan de marktlooplui hun waar uit te stallen. De groenteman schikt zijn komkommers in de krat en de notenboer rolt zijn luik omhoog. Ook zij bereiden zich voor op iedereen die voor het weekend zijn boodschappen in komt slaan.

Ik stap m’n auto uit om naar de markt te lopen en als ik Willem in de verte begroet, maakt de warme adem uit mijn mond wolkjes in de koude decemberlucht. “Koud hè!”, lachen we elkaar toe, terwijl we onze handen nog dieper in onze mouwen stoppen. “Ik hoop dat Tata verwarming heeft in haar kleine foodtruck”, zeg ik. Ik loop deze ochtend mee met Tata, de eigenaresse van Tata’s Thai Streetfood. Tata verkoopt iedere week heerlijk Thais eten, wat ze verkoopt op de markt. Op vrijdagochtend in haar woonplaats Zeewolde en ’s middags in Harderwijk. Ik ruik haar eten vanuit de verte al.

De eerste klanten van de markt hebben haar foodtruck al weten te vinden en staan te wachten op hun bestelling onder de luifel. Onder het afdakje hangen rood-wit-blauwe vlaggetjes, maar met een ander patroon dan de Nederlandse vlag. Remco, de partner van Tata, legt uit dat het de Thaise vlag is, maar dat veel mensen dezelfde verwarring als ik hebben. Remco en Tata hebben elkaar negen jaar geleden ontmoet in Thailand, waarna ze verliefd werden en een jaar later samen een zoon kregen. Na een jaar van heen-en-weer pendelen tussen beide landen, kwamen Tata en haar zoon in 2015 definitief naar Nederland. Het gemis van het eten van thuis, was voor Tata groot. Ze kon maar niet wennen aan de Nederlandse keuken, vertelt ze. “Mijn schoonmoeder maakte een keer boerenkool voor me en zei dat als ik het niet lekker zou vinden, ik het mocht laten staan. Het is bij één hap gebleven”, lacht ze.

En dus werd er alleen nog maar Thais gegeten bij Tata en Remco thuis. Samen met een vriendin van haar, ook uit Thailand, vatte ze in 2017 het idee op om hun eten te gaan verkopen. Vanaf de markt in Harderwijk lieten ze iedere vrijdag mensen kennis maken met de Thaise keuken. “Wel aangepast naar de Nederlandse markt, hoor”, voegt Tata toe. “De pittigheid die we in Thailand gewend zijn, dat vindt men hier helemaal niet lekker.” Verder is het zo traditioneel mogelijk: met ingrediënten en de smaken van daar, veelal volgens de recepten waar Tata zelf mee opgegroeid is. “Ik heb leren koken van mijn moeder en mijn oma, ik zat er altijd bij als zij aan het koken waren. Voordat ik hiernaartoe verhuisde heb ik samen met mijn moeder ook jaren op een Thaise markt gewerkt. Daar verkochten we vooral groenten en zelfgemaakte sauzen zoals sambal.” Die sambal maakt Tata overigens nog steeds, maar niet voor haar foodtruck. “Ik verkoop ze via Facebook, maar het is altijd aan Thaise vrienden.”

Anderhalf jaar geleden loopt de samenwerking met Tata’s vriendin ten einde en pakt ze het stokje verder op in haar eentje. De partytent ruilt ze in voor een mooie zwart-rode foodtruck. Het is compact, maar wel van alle gemakken voorzien. Een ruime werkbank, vriezers, koelkasten en twee royale wokpitten waarop ze het eten ter plekke kan bereiden. Tata vertelt: “De pad thai en de kipsaté maak ik hier, de rest bereid ik thuis voor. Veel mensen komen het overdag ophalen en warmen het ’s avonds thuis zelf op. Alleen de sateetjes wil iemand nog weleens zo opeten op de markt.” Als de volgende klant de bestelling doorgeeft, kan ik Tata met de pad thai in actie zien. Er gaat een grote scheut olie de wok in, die al snel een hoge temperatuur bereikt. De rode ui sist in de olie en behendig schudt ze de noedels erdoorheen. Naast de wok staat een grote bak met saus, hét geheim van Tata’s pad thai. “Zoet, zuur, zout en een beetje pit”. “En hartstikke geheim zeker?”, voeg ik toe. Remco lacht instemmend.

Het maken van de pad thai in de grote wok is minutenwerk. Binnen twee minuten staat er een heerlijk bakje geurende noedels voor me en de roze-gouden gamba’s lonken. Helaas gaat dit bakje met een klant mee, maar ik mag wel m’n eigen portie pad thai maken belooft Tata me. Met haar goedkeurende blik over m’n schouders herhaal ik haar stappen van net. “Méér”, moedigt ze me steeds toe. Dat laat ik me natuurlijk geen twee keer zeggen. Tijd om te proeven! De noedels zijn zacht, maar met een crunchy randje van het wokken. De groenten hebben een heerlijke bite en ja ik kan niet anders dan toegeven dat die saus fenomenaal is. Ik vraag Tata of ze vindt dat er in Nederland veel plekken zijn om goed Thais te eten. “In Amsterdam heb ik een goed restaurant gevonden wat echt traditioneel is, maar de meeste Thaise restaurants zijn wel teveel ‘verwesterd’.”

Terwijl ik de gebakken rijst over bakjes verdeel, komen er af en aan klanten langs. Aan de manier van begroeten kan ik zien dat ze hier vaker komen. Eén vrouw met een bakfiets vertelt dat ze iedere week komt:  “Het is zo lekker makkelijk op de vrijdag, dan hoef ik zelf niet te koken. En het is echt altijd vers en lekker wat ze maakt.” Haar bestelling is bijna klaar. “Chili erop?”, vraagt Tata, met een bakje pad thai in haat handen. “Doe maar niet, lacht de vrouw. “Daar maak ik mijn man niet blij mee denk ik.” Het is Tata’s droom om haar zelfgemaakte sambal en andere Thaise sauzen in de winkel te krijgen, vertelt ze me. Ook wil ze haar foodtruckpark uitbreiden en het liefst meerdere trucks hebben op verschillende plekken in het land. “Maar dan ga ik het niet allemaal meer alleen doen hoor! Het is best hard werken. Het voorbereiden, het koken, de lange dagen op de markt. Vooral in de zomer, als we ook op (food)festivals staan, is het aanpoten. Maar dat zijn ook wel weer de hoogtijdagen.”

Voor mij zit mijn foodtruckstage erop. Met een tas vol eten keer ik huiswaarts. In de auto waait de warme lucht van de verwarming door mijn haar en nog even ruik ik de pad thai. Op de bijrijdersstoel staat een tasje met Thais eten van Tata. Massamancurry met aardappel, gewokte beef met cashewnoten en gebakken rijst. Ik ben blij dat ik, net als de klanten van Tata vandaag, niet hoef te koken. Ik heb de buit binnen. Kon in elke week mijn weekend maar beginnen zoals vandaag in Zeewolde.