Knödels

Ga je wel eens naar de bergen, dan heb je ongetwijfeld een keer een knödel gegeten. Dit is niets meer dan een deegbal gemaakt van brood of aardappel, waar allerlei ingrediënten aan worden toegevoegd. Vaak hartig met vlees (spek, rundvlees of kip), kaas of spinazie. De balletjes worden al stomend gegaard en vaak geserveerd in bouillon of als hoofdgerecht met salade. Oorspronkelijk zijn deze deegballetjes afkomstig uit Tsjechië, maar tegenwoordig heeft ieder Alpenland een eigen versie. Denk bijvoorbeeld aan Italië, met de welbekende gnocchi. Naast hartig, kun je knödels ook zoet eten. De bekendste zoete variant is misschien wel de Oostenrijkse germknödel.

Wil je ook iedere week de lekkerste recepten & tips ontvangen? Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief:

Ontvang elke week de lekkerste recepten, handige kooktips en speciale aanbiedingen.

Germwatte? Germknödel!

Zie je op de piste iemand met een groot bord vol vanillesaus lopen? Dan ligt daar ongetwijfeld een germknödel op. Deze zoete variant op de knödel is meestal een stuk groter dan haar hartige broertjes en wordt gemaakt van zoet, heel zacht en bijna sponsachtig deeg. Zoete knödels zijn gevuld met vruchten(compote) of een mengsel van vruchten of noten. De germknödel is vrijwel altijd gevuld met een pruimencompote.

Hoe eet je een germknödel?

Germknödels worden vaak gegeten als dessert, het liefst zwemmend in de vanillesaus en bestrooid met poedersuiker en möhn, oftewel maanzaad. Soms worden ze ook overgoten met gesmolten boter in plaats van vanillesaus (maar wij vinden vanille toch wel echt het lekkerst!). Op de piste doen ze het trouwens ook heel goed als lunch, of bij de koffie. En met zo’n zoete bom achter de kiezen heb je tijdens je wintersport genoeg energie om er de rest van de middag weer tegenaan te kunnen!

germknodel

Lees ook: